Brent steeg 26 cent, of 0,3% tot $84,24 per vat tegen 0049 GMT. De Amerikaanse West Texas Intermediate crude (WTI) steeg 15 cent, of 0,2%, naar $80,21 per vat.
Brent was de vorige week ongeveer 1% hoger geëindigd, de eerste wekelijkse stijging in drie weken, terwijl WTI 2% steeg op basis van verbeterde economische indicatoren van de VS en China, 's werelds grootste olieconsumenten.
Een helikopter met de Iraanse president Ebrahim Raisi aan boord is zondag neergestort, vertelde een Iraanse ambtenaar aan Reuters. De levens van president Raisi en minister van Buitenlandse Zaken Hossein Amirabdollahian liepen gevaar, zei de ambtenaar.
Ondanks de volatiliteit in de regio bewogen de olieprijzen slechts licht.
"De oliemarkt blijft grotendeels rangebound en zonder nieuwe katalysatoren zullen we waarschijnlijk moeten wachten op duidelijkheid rond het OPEC+ outputbeleid om uit deze range te breken," zei Warren Patterson, hoofd grondstoffenstrategie bij ING.
De Organization of the Petroleum Exporting Countries en bondgenoten, samen OPEC+ genoemd, staan gepland om op 1 juni bijeen te komen.
"De markt lijkt ook steeds minder gevoelig voor ontwikkelingen op het geopolitieke front, waarschijnlijk door de grote hoeveelheid reservecapaciteit waar OPEC over beschikt," aldus Patterson.
De Amerikaanse regering profiteerde van de recente daling van de olieprijzen door eind vorige week te zeggen dat ze 3,3 miljoen vaten olie had gekocht tegen $79,38 per vat om haar Strategic Petroleum Reserve te helpen bijvullen na een massale verkoop uit de voorraad in 2022.
Tekenen van afnemende inflatie in de V.S. ondersteunden de markt vorige week en stimuleerden de verwachtingen van renteverlagingen, wat de waarde van de dollar zou kunnen verlagen en olie goedkoper zou kunnen maken voor houders van andere valuta.
