Brancheorganisaties die de Amerikaanse financiële sector vertegenwoordigen, hebben woensdag het Consumer Financial Protection Bureau (CFPB) aangeklaagd omdat het bureau naar hun zeggen zijn boekje te buiten is gegaan bij zijn pogingen om discriminerende bankpraktijken aan te pakken.

De rechtszaak markeert een belangrijke escalatie van de spanningen tussen de sector en de consumentenwaakhond, die volgens industriegroepen zijn mandaat onder president Joe Biden's directeur Rohit Chopra herhaaldelijk heeft overschreden.

Het CFPB wijzigde in maart zijn onderzoekshandleiding, die zijn onderzoekers gebruiken om toezicht te houden op financiële ondernemingen, om daarin de beoordeling op te nemen van beleid dat personen uitsluit van producten of diensten, of producten of diensten op een oneerlijk discriminerende manier aanbiedt.

De groepen zeiden dat het bureau niet de wettelijke bevoegdheid heeft om die wijziging door te voeren.

"Het Consumer Financial Protection Bureau opereert buiten zijn wettelijke bevoegdheid en creëert daarmee juridische onzekerheid die zal leiden tot minder financiële producten voor consumenten", aldus Neil Bradley, chief policy officer van de Amerikaanse Kamer van Koophandel, die een van de aanklagers is.

Het CFPB weigerde specifiek commentaar te geven op de rechtszaak, maar een woordvoerder zei dat het agentschap vrijwillig examenhandleidingen publiceert waarin staat hoe het de naleving door banken van de door het Congres opgedragen federale wetten beoordeelt.

"De examenhandleidingen van het CFPB stellen banken in staat ervoor te zorgen dat zij de wet naleven en helpen ervoor te zorgen dat consumenten de eerlijke en billijke behandeling krijgen die zij verdienen", aldus de woordvoerder.

De rechtszaak is gericht tegen het feit dat de CFPB gebruik maakt van "disparate impact", een juridische theorie die toezichthouders in staat stelt praktijken te vervolgen die een bepaalde groep mensen benadelen ten opzichte van andere, ook al lijken de regels neutraal.

Bepaalde financiële producten, zoals betaalrekeningen zonder kosten, zouden volgens de Kamer als discriminerend kunnen worden beschouwd bij een analyse van het ongelijke effect. Die rekeningen worden doorgaans aangeboden aan mensen met een hoger banksaldo die vaak verder staan in hun carrière, wat kan wijzen op discriminatie van jongere mensen.

"De CFPB probeert te doen alsof zij het Congres is en nieuwe theorieën over ongelijke effecten op te leggen via een extrawettelijk proces," aldus Bradley.

De Kamer werd in de rechtszaak, die in het Eastern District van Texas werd aangespannen, bijgestaan door de American Bankers Association en de Consumer Bankers Association, naast andere staatsgroepen. (Verslaggeving door John McCrank; bewerking door Michelle Price, Nick Zieminski en Richard Pullin)