Energie: in de afgelopen week hebben de olieprijzen een lichte stijging laten zien, voornamelijk als gevolg van aanhoudende spanningen in het Midden-Oosten. De aanvallen door Houthi’s op schepen in de Rode Zee hebben de geopolitieke zorgen vergroot, wat resulteerde in een stijging van meer dan 4 % van de termijnprijzen van Brent en WTI ten opzichte van de vorige week. Echter, de aankondiging van Angola's vertrek uit de OPEC heeft twijfels gezaaid over het vermogen van de groep om prijsstabiliteit te handhaven. Verstoringen in het Suezkanaal, verantwoordelijk voor ongeveer 12 % van de wereldhandel, werden gemeld als gevolg van de aanvallen, wat leidde tot omleidingen van de Rode Zee door veel scheepvaartmaatschappijen. Wat de prijzen betreft, steeg WTI met 1,38 % tot 74,75 USD per vat op de New York Mercantile Exchange, terwijl Brent-olie, de wereldwijde benchmark, met 1,1 % steeg tot 80,18 USD per vat.

Metalen: aanhoudende risicobereidheid en daling van de dollar: vrijdag bereikte de goudprijs zijn hoogste niveau in bijna drie weken, profiterend van de daling van de dollar en obligatierendementen. Deze trend komt voort uit de marktverwachting van een agressieve renteverlaging, met projecties die wijzen op een Fed-verlaging in maart en een totaal van 150 basispunten tegen 2024. Daarnaast is de vraag naar goud in India sterk gedaald vanwege de hoge binnenlandse prijzen. Wat de andere metalen betreft, steeg zilver met 0,8% tot $24,59 per ounce, platina met 1,8 % tot 980,55 USD, en palladium met 2,5 % tot 1.244,18 USD. Deze drie metalen zijn op weg naar hun tweede opeenvolgende week van stijgingen.

Landbouwproducten: de sojaprijzen aan de Chicago Mercantile Exchange noteerden vrijdag voor de vierde opeenvolgende dag lager. Verwachte regenval in Brazilië heeft de zorgen over droge omstandigheden in 's werelds grootste soja-exporteur verminderd, waardoor het risico op lagere opbrengsten en een krapper aanbod wordt weggenomen. Analisten van Rabobank hebben hun prognoses voor 2023/24 verlaagd tot 158 miljoen metrische ton, tegenover 163 miljoen, aangezien de regenval deze maand de schade aan gewassen in de centrale en noordelijke gebieden zal beperken. Tegelijkertijd hebben ook de prijzen van tarwe en maïs deze week een daling laten zien. De maïsprijs schommelt rond de 473 cent per bushel, wat een vergelijkbare trend weerspiegelt voor tarwe, die rond de 614 cent wordt verhandeld.

De belangrijkste S&P-grondstoffenindexen

Bron: MarketScreener