Energie: de olieprijzen zijn afgelopen week eindelijk weer gestegen. De weekstijging is echter aanzienlijk lager dan die van andere risicovolle activa, die hun lange kerststijging, die al in november begon, voortzetten. De reeks van zeven weken van opeenvolgende dalingen zou echter moeten eindigen. Het laatste OPEC-rapport droeg bij aan de opleving aangezien het kartel volgend jaar een recordvraag verwacht. Ondanks economische onzekerheden, zou de vraaggroei ongeveer 2,2 miljoen vaten per dag moeten bedragen, wat duidt op een markttekort, terwijl de OPEC+ probeert de productie te verminderen. Het Internationaal Energieagentschap is dan weer voorzichtiger in haar prognoses aangezien het nog steeds een marktoverschot verwacht in 2024 ondanks een vraaggroei volgend jaar van 1,1 miljoen vaten per dag. Brent wordt verhandeld rond de 78,4 USD, terwijl de WTI rond de 73,7 USD wordt verhandeld.

Metalen: risicohonger, een dalende dollar en geruststellende economische gegevens uit China – de sterren staan opnieuw gunstig voor de industriële metalen, die deze week in Londen zijn gestegen. De industriële productie in China blijft zich in een gestaag tempo herstellen. Deze steeg met 6,6 % in november. Als gevolg hiervan stijgt een ton koper naar 8.550 USD aan de LME, net als aluminium (2.200 USD) en zink (2.500 USD). Goud gaat weer boven de 2.000 USD per ounce dankzij de spectaculaire ontspanning van de obligatierendementen.

Landbouwproducten: granen verloren over het algemeen terrein in Chicago. De prijs van maïs daalt naar ongeveer 480 cent per bushel. Voor tarwe zien we een vergelijkbare trend: deze wordt verhandeld rond de 615 cent.