Energie: de olieprijzen hebben vorige week wat terrein herwonnen. Deze stijging was echter hard bevochten, aangezien financiële experts geobsedeerd blijven door economische vooruitzichten, die onzeker lijken omdat de Amerikaanse Federal Reserve mogelijk langer en sterker haar rentetarieven zou kunnen verhogen. Ondanks alles beweegt de markt zich richting een strakker evenwicht met een verminderd aanbod vanuit Saoedi-Arabië (dat van plan is om zijn vrijwillige productieverlaging in augustus voort te zetten) maar ook vanuit Rusland. Moskou heeft inderdaad aangekondigd dat het zijn olie-export met 500.000 vaten per dag wil verminderen om de binnenlandse vraag te bevorderen. Qua prijzen wordt Brent uit de Noordzee verhandeld rond 78 dollar per vat, tegenover 73,80 dollar voor zijn Amerikaanse tegenhanger, de WTI.

Metalen: de industriële metalen eindigden vorige week verdeeld. Koper en aluminium bleven stabiel, terwijl nikkel aanzienlijk steeg. Daarentegen daalde de loodprijs tot ongeveer 2040 dollar. De laatste grote statistiek komt niet uit China, maar uit Chili, dat een vertraging van zijn koperproductie met ongeveer 1 % op jaarbasis bevestigt. Wat goud betreft, valt er niets bijzonders te melden omdat het nog steeds wordt verhandeld binnen een smalle prijsvork, tussen 1900 en 1930 dollar.

Landbouwproducten: de droogte in de Verenigde Staten blijft de oogstopbrengsten beïnvloeden. Volgens de laatste notitie van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw wordt slechts 51 % van de maïsoogsten als goed tot uitstekend beoordeeld. Dat is een kleine verbetering ten opzichte van vorige week, maar nog steeds ver verwijderd van de niveaus van vorig jaar (rond de 65 %). In Chicago stabiliseert de maïsprijs rond de 500 cent per bushel, vergeleken met 650 cent voor tarwe.