Een renteverlaging in juni kan gepast zijn, afhankelijk van de binnenkomende gegevens, zei Schnabel, maar ze voegde eraan toe dat een verlaging in juli niet gerechtvaardigd was en benadrukte dat het pad na juni "veel onzekerder" was.
"Recente gegevens hebben bevestigd dat de laatste kilometer van de desinflatie het moeilijkst is," zei Schnabel in een interview met Nikkei dat vrijdag op haar website werd geplaatst.
Na vele jaren van "zeer hoge" inflatie en met prijsrisico's die nog steeds naar boven neigen, zou het vervroegen van de timing van renteverlagingen het monetaire beleid voortijdig kunnen versoepelen, zei ze.
"Verdere vooruitgang van de inflatie en vooral van de binnenlandse inflatie, die hardnekkiger blijkt te zijn, is nodig om ons vertrouwen te versterken dat de inflatie uiterlijk in 2025 duurzaam zal terugkeren naar onze doelstelling van 2%," aldus Schnabel.
"We moeten voorzichtig zijn. We moeten heel zorgvuldig naar de gegevens kijken, omdat het risico bestaat dat we te vroeg versoepelen," zei ze, toen haar werd gevraagd of de ECB na de zomer de rente langzaam zou moeten verlagen, aldus de Nikkei.
Schnabel zei echter dat geopolitieke schokken, zoals de escalerende spanningen in het Midden-Oosten, opwaartse risico's voor de inflatievooruitzichten kunnen vormen.
Ze weigerde commentaar te geven toen haar gevraagd werd naar de vermoedelijke recente valuta-interventie van Japan om de yen te ondersteunen, aldus de Nikkei.
