Sommige partijen in de noordelijke regio's van Spanje, waar energiebedrijven en banken een aanzienlijke aanwezigheid hebben, hadden al voor de stemming een vrijstelling van de binnenlandse gereguleerde activiteiten en buitenlandse activiteiten van grote energiebedrijven bedongen.

Verschillende energiebedrijven hadden gedreigd de regering voor de rechter te dagen als de heffing van 1,2% op de verkoop van energiebedrijven in zijn oorspronkelijke vorm zou worden goedgekeurd.

Aanvankelijk moesten de heffingen in 2023 en 2024 samen 7 miljard euro opleveren om huishoudens te helpen de kosten van levensonderhoud op te vangen.

Het voorstel, aangenomen met 186 stemmen voor en 152 tegen bij 10 onthoudingen, wordt nu naar de Senaat gestuurd waar het zou kunnen worden goedgekeurd als het hogerhuis geen wijzigingen aanbrengt.

Als partijen in de Senaat wel extra wijzigingen aanbrengen, moet het lagerhuis, of het Congres, er opnieuw over debatteren.

Een regeringsbron zei dat door de laatste wijzigingen in het wetsvoorstel de oorspronkelijk beoogde 4 miljard euro met ongeveer 500 miljoen euro kan worden verminderd.

Eerder deze maand werd de bankenbelasting ook gewijzigd om heffingen op te leggen aan de lokale eenheden van buitenlandse kredietverstrekkers, nadat de ECB in een niet-bindend advies had gewaarschuwd dat het voorstel de concurrentie op de markt zou kunnen verstoren en afbreuk zou kunnen doen aan gelijke concurrentievoorwaarden.