(ABM FN-Dow Jones) De euro staat woensdag lager, nadat de inkoopmanagersindex voor de dienstensector in de eurozone in juli neerwaarts werd bijgesteld door IHS Markit.

De index ging in juli van een eerste raming van 60,4 naar een definitieve 59,8. Dit was nog altijd een stijging ten opzichte van de 58,3 in juni en ruim boven het niveau van 50 dat de scheidslijn markeert tussen groei en krimp.

De groei was "iets minder sterk" dan eerder was ingeschat, door zorgen over de snelle verspreiding van de deltavariant van het coronavirus, zei econoom Chris Williamson van Markit. Hij verwacht dat de economie in de eurozone in het derde kwartaal een groeiversnelling zal laten zien dankzij een versoepeling van de coronamaatregelen.

De euro/dollar stond op 1,1844, tegen 1,1878 op dinsdag. Volgens technisch analisten zakte de munt daarmee onder een steunniveau op 1,1855.

De euro stond 0,1 procent hoger ten opzichte van de Zwitserse frank op 1,0736, maar bereikte eerder op de dag zijn laagste niveau sinds november op 1,0719.

De recente koersstijging van de Zwitserse frank tegenover de euro is te danken aan de houding van de Europese Centrale Bank, om het monetaire beleid nog langer ruim te houden, volgens Commerzbank. "Na de laatste ECB vergadering neigt de markt sterker naar de aanname dat het monetaire beleid in de eurozone nog lang ruim blijft, zelfs na de coronapandemie. Dat drukt op de koers van de euro ten opzichte van de Zwitserse frank", aldus Thu Lan Nguyen van de Duitse bank.
 
In de euro/dollar komt dit niet tot uitdrukking, omdat ook de opstelling van de Federal Reserve ruimte laat voor een verlengd verruimend beleid. Als de pandemie afneemt, zal de Zwitserse frank, die als veilige haven geldt, mogelijk dalen, maar die daling kan beperkt zijn, volgens Nguyen.

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer