Slecht weer voor de Europese munt die blijft lijden onder verschillende kwalen. Sinds september betaalde ze voornamelijk de prijs voor de stijging van de rentevoeten in de Verenigde Staten, wat het rendementsverschil vergrootte dat de dollar natuurlijk omhoog duwde. Maar sinds enkele dagen, zelfs nu de rentevoeten aan beide kanten van de Atlantische Oceaan nauwelijks veranderen, heeft de dollar in de economische vooruitzichten een nieuwe steun gevonden voor zijn opmars. In Europa is de stemming somber, zoals blijkt uit een nieuwe daling van de Europese PMI-index, die in december op 45,1 stond tegen 45,2 in november, en zich nog steeds in een krimpzone bevindt. In de Verenigde Staten lijkt de komst van Donald Trump aan de macht daarentegen mogelijkheden te openen, met een pro-Amerikaans en bedrijfsvriendelijk beleid. Het resultaat is dat de euro zijn dieptepunt van november vorig jaar op 1,0335 heeft doorbroken en de uitbraak naar beneden van een vlakke consolidatie bevestigt, iets wat we al sinds 2023 waarnemen. Het neerwaartse potentieel ligt rond de pariteit, voor een eerste weerstand op 1,0429/50 en een sleutelpositie op 1,0700.
Aan hun kant blijven de USDJPY en de USDCHF stijgen naar de pieken van afgelopen juli op 161,95 en 0,9224, met een eerste weerstand op respectievelijk 157,89 en 0,912. De technische structuur bij de grondstofgerelateerde valuta's is vrij gelijklopend. De AUDUSD en de NZDUSD bewegen naar een doel van 0,6100/0082 en 0,5510, maar testen ook een eerste steun op respectievelijk 0,6188 en 0,5592. De belangrijke weerstanden om in de gaten te houden bevinden zich op 0,6352 en 0,5764. We zien een neerwaartse configuratie sinds oktober.