(ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurs was in 2022 in de ban van de renteverhogingen van de grote centrale banken en bezweek meer dan eens onder de renteangst. Zelfs richting het eind van het jaar hield dit een kerstrally tegen.

De AEX begon het jaar boven de 800 punten, maar sloot daar eind 2022 ver onder. Op een slotstand op vrijdag 30 december van 689,01 punten daalde de hoofdindex krap 14 procent op jaarbasis.

2022 was het jaar waarin de wereld eindelijk vat kreeg op de coronapandemie en waarin Rusland Oekraïne binnenviel. Voor de financiële markten was het een jaar van soms rentevreugde, maar vooral veel rentevrees en centrale banken die hun economieën op de proef stelden om de torenhoge inflatie te bestrijden.

De Federal Reserve begon daarmee in maart, toen de inflatie in de Verenigde Staten rond de 8 procent uitkwam. De Amerikaanse centrale bank verhoogde de rente, voor het eerst in drie jaar, met 25 basispunten. Op dat moment gingen de monetaire beleidsmakers er van uit dat de rente in 2022 zou uitkomen op gemiddeld 1,90 procent en in 2023 op gemiddeld 2,80 procent. De hoge inflatie zou tijdelijk zijn.

Die verwachting bleek echter een illusie, want de inflatie in de VS bleef oplopen. In mei volgde een renteverhoging van 50 basispunten, waarna de Fed de federal funds rate in de vier rentebesluiten tussen juni en november met steeds 75 basispunten verhoogde.

Tussendoor waren er af en toe meevallers. Bijvoorbeeld in juli, toen de PCE-inflatie, voor de Fed een belangrijke graadmeter, sterker afkoelde dan verwacht en dit bij beleggers de hoop aanwakkerde dat de Fed misschien iets minder hard op de rem zou gaan trappen na de zomer.

Analisten waarschuwden direct: één zwaluw maakt nog geen zomer en dat werd de maanden erna dan ook duidelijk. Fed-voorzitter Jerome Powell benadrukte voortdurend in toespraken dat de centrale bank krachtig moest blijven optreden tegen de hardnekkige inflatie.

De zo gehoopte draai leek te komen eind november, toen Powell er in een speech duidelijk op hintte dat de Fed kleinere rentestappen overwoog. De verhoging van 50 basispunten in het laatste rentebesluit van 2022 was dan ook geen verrassing.

De hawkish toon van Powell in de toelichting was dat wel, zeker nadat de Amerikaanse inflatie net daarvoor een duidelijke afkoeling had laten zien. De centraal bankier benadrukte echter dat de rente verder zal stijgen. Het beleidscomité verwacht dat de rente in 2023 piekt op 5,1 procent. De federal funds rate staat nu op 4,25 tot 4,50 procent.

"Er komen geen renteverlagingen totdat de Fed er vertrouwen in heeft dat de inflatie op weg is naar de 2 procent", aldus marktanalist Philip Marey van Rabobank.

Vooruitkijkend naar 2023 verwachten economen van Goldman Sachs dat de Fed de rente nog drie keer met 25 basispunten zal verhogen, in februari, maart en mei.

ECB loopt achter de feiten aan

Waar de Fed de koe al in het voorjaar bij de horens vatte, was de Europese Centrale Bank de eerste maanden van 2022 vooral bezig de markten voor te bereiden op een renteverhoging. De rente kon niet eerder omhoog dan wanneer het obligatie-opkoopprogramma was afgebouwd.

De ECB heeft minder speelruimte dan de Fed, onder meer door de Russische invasie van Oekraïne. Maar de centrale bank hield ook lang vol dat de hoge inflatie slechts tijdelijk was en vooral werd veroorzaakt door de hoge energieprijzen. Echter werd de piek, van ruim 10 procent, pas in november bereikt.

In juli volgde dan toch een historische renteverhoging van direct 50 basispunten. Het was de eerste verhoging in 11 jaar. Op dat moment gingen marktkenners ervan uit dat er mogelijk nog een renteverhoging van 50 basispunten zou volgen na de zomer en dat de rente daarna in een lager tempo omhoog zou gaan.

Niets bleek minder waar. In september en november verhoogde de ECB de rente met 75 basispunten. Telkens met dezelfde boodschap: nieuwe macrocijfers zouden het rentebeleid bepalen en het doel was om de inflatie op de middellange termijn weer rond de 2 procent te krijgen.

Anders dan de Fed heeft de ECB geen dot plot met rentevoorspellingen van de beleidsmakers die de markt kan analyseren. En uitspraken over een neutraal renteniveau of een zogeheten terminal rate; het niveau waarop men stopt met het verhogen van de rente, doet de ECB niet.

President van De Nederlandsche Bank Klaas Knot zei in november wel dat de ECB in december dichtbij een neutraal renteniveau zou komen, het punt waarop de economische groei niet meer gestimuleerd wordt, maar ook nog niet wordt afgeremd.

Maar dat was, zo legde de DNB-president uit in voetbaltermen, niet meer dan een theepauze en het moment voor de coach om aan de spelers uit te leggen wat het plan is voor de tweede helft.

Die "tweede helft" trapte de ECB in december af met een renteverhoging van 50 basispunten. Maar dat betekent geenszins een draai in het monetaire beleid.

"De ECB lijkt vastbesloten om de rente te blijven optrekken. Wat dat voor beleggers betekent, hangt er een beetje vanaf", aldus econoom Luc Aben van Van Lanschot Kempen.

"In een scenario waarin energieprijzen stabiliseren, de aanvoerketens blijven verbeteren en de economie relatief weerbaar blijkt ? wat tot nu toe best wel het globale beeld is geweest ? hoeft een hogere rente (aandelen)beleggers uiteindelijk niet al te veel in de weg te zitten. Bedrijfswinsten kunnen dan op peil blijven en vooral de waardering van Europese aandelen prijst al een degelijke portie voorzichtigheid in", aldus Aben.

Toch bestaat er het risico dat de ECB doorschiet met het verhogen van de rente, "gebaseerd op al te strenge inflatieprojecties. Zodat de economie het alsnog moeilijker dan nodig krijgt", aldus de econoom. En dat is er nog het scenario dat de inflatie aanhoudend hoog blijft en de centrale bank de rente dan dus ook verder moet optrekken, "waarbij de groeivertraging dreigt snel dieper te gaan dan verhoopt. Met de nodige impact op bedrijfswinsten én aandelen."

Economen van JPMorgan hebben hun verwachting voor de terminal rate van de ECB inmiddels verhoogd van 2,50 naar 3,25 procent. De beleidsrente staat momenteel op 2,50 procent en de depositorente op 2,00 procent.

Euro bereikt pariteit met dollar

De koers van de euro/dollar werd in 2022 vooral bepaald door het monetaire beleid van de Fed en ECB. De Europese munt begon het jaar rond 1,13 en eindigde 2022 rond 1,0702 dollar.

In het vroege voorjaar noteerde de euro nog even rond 1,15 dollar, om vervolgens gestaag te dalen. Deze beweging had deels te maken met de Fed die een agressiever monetair beleid voerde dan de ECB, maar ook omdat valutabeleggers de veilige dollarhavens opzochten, terwijl men vreesde voor een recessie in de eurozone.

Gedurende de zomer kwam pariteit steeds dichterbij en in augustus was dit dan ook een feit en zakte de euro zelfs onder de 1,00 dollar. Een dieptepunt van rond de 0,95 dollar werd eind september bereikt.

Sinds november is de euro ten opzichte van de dollar aan een opmars bezig. De greenback staat onder druk omdat beleggers toch verwachten dat de Fed een draai gaat maken in zijn agressieve monetaire beleid, al was het maar omdat het de Amerikaanse economie niet in een diepe recessie wil duwen.

Valutahandelaar Monex Europe is optimistisch gestemd over de richting van de euro ten opzichte van de dollar voor 2023, onder meer omdat men betere groeicijfers verwacht in de eurozone. Wel verwacht valutahandelaar Martijn Weller dat de euro onder de 1,10 tot 1,12 dollar blijft vanwege het risico dat de energiecrisis weer opleeft.

Olieprijs na piek weer terug op niveau begin 2022

De prijs voor ruwe olie begon het jaar rond de 76 dollar en na veel volatiliteit gedurende het jaar, eindigde de prijs voor een vat West Texas Intermediate op 80,51 dollar.  Een beperkte stijging, uiteindelijk.

WTI-olie begon de weg omhoog dit jaar gestaag, stijgend op berichten dat Rusland Oekraïne binnen zou willen vallen. Die dreiging werd op 24 februari 2022 concreet toen Rusland daadwerkelijk het buurland binnenviel.

In reactie legde het westen sancties op aan Rusland. Die waren aanvankelijk vooral financieel van aard, maar de oliemarkten vreesden dat de Europese Unie, Verenigde Staten en andere landen ook de Russische olieproductie zouden aanpakken. Daardoor kon de WTI-olieprijs in maart stijgen naar bijna 124 dollar en Brent naar 128 dollar.

De gasprijzen liepen ook hard op, toen Moskou de gasleveringen aan Europa deels opschortte.

In de maanden die volgden, kwamen er meer sancties, ook tegen de Russische energiesector. Maar de strafmaatregelen die de Russische energieproductie het meest raken, zoals een prijsplafond van 60 dollar en een Europees importverbod, zijn pas sinds december van kracht.

Oliekartel OPEC voerde samen met zijn bondgenoten, waaronder Rusland, tot aan de zomer de productie op, deels om een lagere Russische output te compenseren. Na de zomer werd de productie door OPEC+ landen juist verlaagd, in reactie op een mogelijke recessie en daardoor afnemende vraag naar olie.

De zorgen over de vraag naar olie zijn de belangrijkste factor voor de daling van de olieprijzen na de zomer en blijven ook komend jaar een rol spelen op de oliemarkten.

De Chinese economie gaat langzaam weer open na een streng coronabeleid dat bijna 3 jaar duurde. Dit kan gunstig zijn voor de olieprijzen in 2023, mits het snel oplopende aantal coronabesmettingen er niet voor zorgt dat Beijing de economie weer op slot moet gooien.

Analisten rekenen op verdere productieverlagingen door OPEC+, wat de olieprijzen ook kan ondersteunen. Analisten van JPMorgan rekenen op een nieuwe productieverlaging van 400.000 vaten per dag bij de volgende bijeenkomst in februari.

Wat kunnen beleggers verder verwachten in 2023?

Centrale banken zullen ook in 2023 hun stempel drukken op het beurssentiment en beleggers moeten rekening houden met een economische krimp, hoewel niet wordt gerekend op een diepe recessie.

"Wij denken dat ook 2023 een uitdagend jaar zal worden voor beleggers. Wel is het onze verwachting dat er in de loop van het beleggingsjaar kansen zullen ontstaan", aldus Ralph Wessels, Hoofd Beleggingsstrategie van ABN AMRO.

Voor de langere termijn kunnen beleggers erop vertrouwen dat ook aan deze fase in een traditionele conjunctuurcyclus uiteindelijk een einde komt, aldus marktanalist Jean-Paul van Oudheusden van eToro.

"De economie zal door een periode van krimp heen moeten en daarbij horen lagere bedrijfswinsten. De verwachtingen van analisten zijn wat mij betreft vooralsnog te hooggespannen. In de eerste helft van 2023 gaan we het terugzien bij de kwartaalcijfers, gaat de inflatie verder dalen en de rente pieken", aldus de marktkenner.

"Voor geduldige beleggers liggen er dan ook mooie kansen in het verschiet."

Stijgers en dalers 2022

Shell was een duidelijke stijger in 2022, met een koerswinst van liefst 37 procent. De energiereus trok zich terug uit Rusland door de invasie van Oekraïne en profiteerde van de hogere energieprijzen. Beleggers werden beloond met een hoger dividend en een nieuwe aandeleninkoopprogramma. In 2022 werd ook bekend dat CEO Ben van Beurden vertrekt. Hij wordt opgevolgd door Wael Sawan.

Philips leverde dit jaar zo'n 57 procent in, nadat het meermaals beademingsapparatuur moest terugroepen, hetgeen de financiële resultaten zwaar drukte. Eind oktober werd een grootschalige reorganisatie aangekondigd. De nieuwe topman Roy Jakobs, vervanger van Frans van Houten eerder dit jaar, zal in 2023 orde op zaken moeten stellen. Volgens analisten van Jefferies kijken beleggers komend jaar vooral naar de aanstaande strategie-update in januari en de verwachtingen voor 2023, meer testresultaten en de reactie van Amerikaanse toezichthouders.

Tech- en groeiaandelen hadden het moeilijk met de oplopende rentes. Just Eat Takeaway daalde bijna 60 procent. De maaltijdbezorger verloor in december op de valreep zijn plek in de AEX na een jaar waarin het voor het eerst winstgevend was en het zijn belang in iFood verkocht aan Prosus. Analisten verwachten dat Just Eat in 2023 meer zal inzetten op zijn functie als bezorgdienst.

Halfgeleideraandelen kampten ook met de impact van de oplopende rentes, naast strengere exportregels voor China. Besi, ASML en ASMI leden verliezen van 25 procent oplopend tot 40 procent. Ondanks deze factoren vinden analisten de drie aandelen wel koopwaardig.

In de AMX verloor Fugro richting het eind van het jaar een flink deel van een bijna verdubbeling van het aandeel, toen bekend werd dat de bodemonderzoeker in 2019 betrokken was bij een dambreuk in Brazilië, waarbij 270 mensen om het leven kwamen. Dat zou blijken uit een vertrouwelijk politierapport dat in handen is van Pointer, een platform voor onderzoeksjournalistiek van KRO-NCRV. Fugro gaf aan zich niet in het geschetste beeld te herkennen. Volgens ABN AMRO Oddo is Fugro eerder slachtoffer van de omstandigheden dan dader. Het aandeel steeg op jaarbasis wel 63 procent.

Ook andere aandelen gerelateerd aan de energie- en grondstoffensector deden in 2022 goede zaken. OCI won 45 procent en AMG 22 procent.

PostNL kende een moeilijk jaar, met meerdere winstwaarschuwingen. Ook vergrootte Daniel K?etínský zijn belang in PostNL in november naar ruim 31 procent, tegen zo'n 25 procent aan het begin van het jaar. Omdat het stemrecht onder de 30 procent blijft, hoeft K?etínský geen bod uit te brengen. Het aandeel PostNL leverde op jaarbasis 55 procent in.

Bij de kleine fondsen was Pharming een duidelijke stijger, met een plus van 40 procent. Het farmabedrijf zette belangrijke stappen met leniolisib, een potentiële behandeling tegen APDS, een zeldzame aandoening aan het immuunsysteem. Leniolisib wordt momenteel versneld beoordeeld door zowel de Amerikaanse FDA als de Europese EMA. De FDA zal vermoedelijk eind maart uitsluitsel geven. Pharming verwacht in de eerste helft van 2023 een vergunning voor het middel in de Europese Unie.

Accsys leverde meer dan 66 procent in. De houtveredelaar kende problemen met zijn Tricoya-fabriek in het Engelse Hull en zag topman Rob Harris vertrekken.

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer