Volgens de enquête van de Europese Ronde Tafel voor de Industrie (ERT) is het vertrouwen van de bedrijfsleiders gedaald van 63 in de zes maanden daarvoor tot 37 op een schaal van 0 tot 100.

De energie- en grondstoffenprijzen zijn wereldwijd de hoogte ingeschoten nadat Rusland westerse sancties opgelegd kreeg voor zijn invasie in Oekraïne, waardoor de inflatiedruk nog is toegenomen en bedrijven, die al leden onder de COVID-19-pandemie, nog meer schade hebben opgelopen.

Ongeveer 85% van de 56 ERT-leden die op de enquête hebben geantwoord, zeiden dat zij de prijzen reeds hadden verhoogd of van plan waren dat te doen, terwijl een grote meerderheid ook hun plannen om nieuwe leveranciers te vinden versneld doorvoerde.

De opstellers van de enquête voegden eraan toe dat de helft van de executives van plan was prijsverhogingen in hun winstmarges op te nemen.

De ERT-leden, waartoe energiegigant Shell, automaker BMW, geneesmiddelenproducent GSK, vliegtuigbouwer Airbus en engineeringgroep Rolls-Royce behoren, gaven ook aan dat hun verwachtingen voor de economie van de regio voor de komende zes maanden slechter waren dan aan het begin van de pandemie.

Ongeveer 40% denkt dat de energieprijzen vóór 2024 niet zullen terugkeren tot het niveau van vóór de COVID, maar meer dan een derde verwacht ook dat de energieprijzen helemaal niet zullen terugkeren tot dat niveau. Uit de enquête blijkt echter een enigszins positieve animo om personeel aan te nemen.

Naast de oorlog tussen Rusland en Oekraïne hebben ook de geopolitieke spanningen met China en de nieuwe afsluitingen daar een nadelige invloed op de toeleveringsketens. Hoewel bedrijven op zoek zijn naar nieuwe leveranciers, zei 44% dat het verminderen van de afhankelijkheid van Chinese leveranciers geen deel uitmaakt van hun strategie.

De detailhandels- en fabrieksactiviteit in China is in april sterk gedaald doordat arbeiders en consumenten aan huis gekluisterd waren, zo bleek vorige week uit een onderzoek.