Het eerste wat opvalt: na vijf kwakkeljaren groeit de verkoop weer, terwijl de exploitatiemarges, hoewel gedeukt, vrij goed ontsnappen aan de kaken van het inflatiemonster.

Het Amerikaanse continent - Noord en Zuid samen - is goed voor vier vijfde van de exploitatiewinst vóór afschrijvingen. De organische groei is explosief in Latijns-Amerika en bedraagt er tussen 15 % en 30 %. Dat compenseert de neerwaartse trend van de volumes overal elders, met inbegrip van Azië.

De strategie die deze complexe conjunctuur het hoofd moet bieden, is tweeledig: enerzijds de ontwikkeling van het alcoholvrije aanbod, dat momenteel minder dan 3 % van de omzet vertegenwoordigt, en anderzijds de premiumisering van de catalogus. Dat wil zeggen een hogere positionering van het aanbod, in het enige segment van de biermarkt waar men een dubbele groei van prijzen en volumes ziet.

De investeringen zijn de laatste vijf jaar (2017-2022) constant gebleven: we zien jaarlijks zo'n 7 md. USD aan investeringen in marketing en reclame, en 5 md. USD per jaar aan investeringen in de productie. In het laatste geval betreft het onderhoudsinvesteringen, maintenance capex

De gegenereerde vrije kasstroom (free cashflow) blijft echter een neerwaartse trend vertonen, van 11 md. USD in 2017 naar 8 md. USD in 2022. Daarbij houden we geen rekening met verloning in aandelenopties. De vrije kasstroom per aandeel daalde dus van 5,6 dollar in 2017 naar 4 dollar het afgelopen boekjaar.

Tegen 57 EUR per aandeel, of 61 USD, wordt AB InBev verhandeld tegen ongeveer 16 keer haar winst, ondanks de neerwaartse trend van die winst en een nog steeds gigantische schuld van 80 miljard dollar. Dat is, bij gelijke omstandigheden, precies tien jaar contante winst.

De vervaldata voor de herfinanciering komen bovendien gevaarlijk dichterbij: 3 miljard dollar tegen 2025, daarna 20 miljard tussen 2026 en 2029. Er is in dat verband weinig ruimte voor een verhoging van het dividend, dat sinds 2018 al onder grote druk staat. 

Een negatieve groei, een buitensporige hefboom, een dividendrendement van 0,9 % zonder noemenswaardig vooruitzicht op verbetering: ondanks de ongeëvenaarde geografische voetafdruk en het quasi-militaire management - in echte 3G-stijl - valt een eventuele belegging moeilijk te rechtvaardigen.