De verkopen zijn stabiel - de verkoop van elektrische voertuigen groeit sterk in een sombere context voor deze categorie - maar de winstgevendheid daalt in beide segmenten: het operationeel resultaat van het autosegment daalt met 19 %, en dat van het kredietsegment met 13 %.
Deze krimp - die de hele auto-industrie treft na twee goede jaren - was verwacht. Bovendien benadrukte MarketScreener de afgelopen jaren herhaaldelijk – terwijl de aandeelkoers rond een dieptepunt van zeventig euro bleef hangen – de opmerkelijke onderwaardering van de constructeur.
Deze onderwaardering kon op verschillende manieren worden benaderd. Zo werd bijvoorbeeld opgemerkt dat de beurswaarde van BMW - nog steeds goed gecontroleerd door de familie Quandt - lager was dan de som van de boekwaarden van zijn kredietactiviteiten en zijn Chinese joint-venture.
Dit deed uitschijnen dat de automobielactiviteit, een van de best gekapitaliseerde en meest winstgevende in de sector, met marges vergelijkbaar met die van Porsche en een jaarlijkse vrije kasstroom tussen 5 en 6 miljard €, minder dan nul waard was.
Afgezien van de enigszins simplistische aard van deze berekeningen herinnerden wij eraan dat BMW in de eerste plaats door zijn aandeelhouders wordt gewaardeerd op basis van zijn vermogen om dividenden uit te keren.
Op het huidige niveau bedraagt het dividendrendement meer dan 7 %. De markt ziet BMW dus nog steeds in een beter daglicht dan Stellantis, dat gewaardeerd wordt tegen een dividendrendement van meer dan 10 %, terwijl het beter gekapitaliseerd is en een hogere omzet realiseert met vergelijkbare marges.