"Onder onze mensen die werden afgeslacht ... waren moeders met hun kinderen in hun armen, vaders die medische aandoeningen hadden, studenten die waren gaan studeren, zakenlieden die worstelden met het leven van hun gezin," zei president Hassan Sheikh Mohamud na een bezoek aan de plaats van de ontploffing.

Niemand heeft onmiddellijk de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist, hoewel de president de islamitische groepering al Shabaab de schuld gaf. Al Shabaab vermijdt doorgaans de verantwoordelijkheid op te eisen voor aanslagen die veel slachtoffers maken.

De eerste van de explosies trof het ministerie van Onderwijs in de buurt van een druk kruispunt in Mogadishu. De tweede vond plaats toen ambulances arriveerden en mensen zich verzamelden om de slachtoffers te helpen.

De ontploffingsgolf vernielde ruiten in de omgeving. Bloed bedekte het asfalt net buiten het gebouw.

De aanslag vond plaats op dezelfde plaats als de grootste bomaanslag in Somalië, waarbij meer dan 500 doden vielen, in dezelfde maand in 2017. Bij die ontploffing ontplofte een vrachtwagenbom buiten een druk hotel op het kruispunt K5, waar zich overheidskantoren, restaurants en kiosken bevinden.

Mohamud zei dat het aantal slachtoffers zou kunnen stijgen. Hij had de regering opgedragen onmiddellijk medische bijstand te verlenen aan de gewonden, van wie sommigen in ernstige toestand verkeerden.