Het is echter nog even wachten om het succes ervan te beoordelen. De jaarresultaten van Danone, die eind vorige week werden gepubliceerd, vertonen namelijk geen grote ommekeer: de prestaties op het gebied van marges, groei en rendabiliteit blijven in grote lijnen consistent met het vijftienjarige gemiddelde.

We weten dat achter het vertrek van Emmanuel Faber – apostel van het bedrijf met een missie en maatschappelijke verantwoordelijkheid – en de activistische campagne van het Blue Bell-fonds, een conflict broeide tussen hem en erevoorzitter Franck Riboud, voormalig algemeen directeur en zoon van oprichter Antoine Riboud.

Na deze gebeurtenissen – nu bijna drie jaar geleden – nam Antoine de Saint-Affrique de leiding over de groep, met een indrukwekkend trackrecord als hoofd van de Zwitserse chocolatier Barry Callebaut. Het heeft duidelijk tijd gekost om zijn stempel te drukken op Danone.

Ondanks de kritiek die hij heeft gekregen en afgezien van de debatten over de 'geëngageerde' communicatie, moet men Faber krediet geven: hij herstelde een zeer penibele situatie aan het begin van zijn mandaat.

Zoals we hierboven schreven, zullen we geen voorbarige conclusies trekken over de financiële resultaten van het jaar 2023. De omzet is met 7 % gestegen op vergelijkbare basis, maar dat is volledig te danken aan prijsstijgingen aangezien de volumes met 0,4 % zijn gedaald.

De groep heeft een uitgebreide herziening van zijn scope ondernomen en heeft al twee activa verkocht. Het pijnlijke vertrek uit Rusland – waar Vladimir Poetin zijn dochteronderneming in beslag nam, die naar verwachting voor een appel en een ei zal worden overgenomen door een vertrouweling van de Tsjetsjeense president Kadyrov – heeft hem al 1,2 miljard EUR gekost.

Desalniettemin toont het bedrijf zijn vertrouwen in de toekomst met een dividendverhoging van 5 % en verbergt het zijn ambities op het gebied van externe groei niet. Het zal er nu op aankomen om de proef op de som te nemen: dat is wat de markt wil zien, aangezien het de aandelenkoers van Danone ook blijft waarderen in lijn met het vijftienjarige gemiddelde.