Er hing ooit een geurtje in het koninkrijk Denemarken. Wat was er ook alweer gebeurd?

Danske Bank realiseerde met rommelproducten ooit bijna 50 % winst voor belastingen. Toen kwam de subprimecrisis en stortte het kaartenhuis in. De bank wist enkele jaren later te herstellen dankzij het geld van Russische oligarchen.

Maar met vuur spelen zonder zich te verbranden is onmogelijk. In 2018 barstte het schandaal los. Net als verschillende van zijn Scandinavische collega's bevond Danske zich in het centrum van een grootschalig frauduleus systeem, beschuldigd van het witwassen van niet minder dan 200 miljard dollar aan Russisch geld via zijn Estse dochter, onder andere. De directeur van die dochteronderneming betaalde er zelfs met zijn leven voor, officieel door zelfmoord.

Daarna zouden sommigen beweren dat Danske zich redelijk goed uit de zaak heeft gered. De bank werd aangeklaagd door het Amerikaanse ministerie van Justitie en moest 2 miljard dollar aan boetes betalen — dat wil zeggen minder dan een jaar winst voor belastingen. Destijds beschouwde MarketScreener de sanctie als uitzonderlijk mild; het nieuws werd dan ook toegejuicht door beleggers: het aandeel Danske steeg met 11 % in een halve dag.

De publicatie van de jaarrekening 2024 zou de wederopstanding van de Deense groep moeten bevestigen — deze keer op gezondere basis. Gesteund door de stijgende rentevoeten, de dynamiek van de Scandinavische economieën en een extreem laag voorzieningsvolume, zou Danske de beste winst voor belastingen in zijn geschiedenis moeten genereren. Op het nieuws zou een dividendverhoging kunnen volgen.

Het meest spectaculaire de laatste tijd was de snelle vermindering van de kostenstructuur van Danske. Ooit hoger dan het gemiddelde van andere Europese banken, bevindt deze zich nu in de bovenste helft van de ranglijst. Dezelfde onderscheiding geldt voor de kapitalisatieratio's en de winstgevendheid. Met die cijfers zit de Deense bank vooraan in de Europese klas.

De terugkeer van Danske in de gunst was al door de financiële markten erkend. Vorig jaar stuwde de hervatting van zijn dividend de waardering naar zijn hoge grens van eenmaal het eigen vermogen — beter dan BNP. Het lijkt nu te laat om in te spelen op het inhaalscenario. Echter: aankondigingen over dividendverhogingen en aandeleninkopen zouden de koers van het aandeel nog aanzienlijk kunnen doen stijgen.