Frontier Energy Limited heeft aangekondigd dat de onderneming, in overleg met Water Corporation, overeenstemming heeft bereikt over het voorkeurstraject voor de levering van water aan het Bristol Springs Renewable Energy Project voor de productie van groene waterstof. De voorkeursroute is via de bestaande Stirling Trunk Main-pijpleiding (water uit de regeling). De toegang tot een bestaande wateroplossing is een belangrijke mijlpaal voor de Vennootschap om de groene waterstofstrategie te bevorderen.

De Vennootschap verwacht de voorwaarden met Water Corporation in de komende maanden af te ronden. Water is een essentieel element voor de productie van groene waterstof: voor elke kilogram geproduceerde waterstof is ongeveer negen liter water nodig. Zonder toegang tot geschikt water zou een ontziltingsinstallatie nodig zijn, wat aanzienlijke investeringen, bijkomende milieustudies en wettelijke goedkeuringen zou vergen.

Overeenkomst met Water Corporation voor toegang tot water: Het project bevindt zich in het zuidwesten van West-Australië en ligt op ongeveer 120 km van Perth en 8 km van de stad Waroona. De eerste fase van de strategie van de onderneming bestaat uit de ontwikkeling van een 114 MW zonnepark om een 36,6 MW alkaline elektrolyser aan te drijven. Dit zal ongeveer 4,4 miljoen kilo groene waterstof per jaar produceren.

De langetermijndoelstelling van het bedrijf is om meer dan 1 GW aan hernieuwbare energie op te wekken. Water is een van de twee sleutelelementen die nodig zijn voor de productie van groene waterstof; het andere is hernieuwbare energie (zonne-energie). Gezien de locatie van het project had de onderneming vier opties om water te halen, waarvan drie uit bestaande netwerken/oplossingen.

Deze omvatten: Toegang tot leidingwater via de Stirling Trunk Main pijpleiding; Yarragadee zoetwater aquifer – een van de grootste aquifers in Australië; Bunbury afvalwaterzuiveringsinstallatie, en de ontwikkeling van een zelfstandige ontziltingsinstallatie. De Yarragadee zoetwater aquifer en de Bunbury Wastewater Treatment Plant zijn haalbare opties en superieur aan het alternatief van de ontwikkeling van een stand-alone ontziltingsfaciliteit (de enige optie die beschikbaar is voor op afstand gelegen waterstofprojecten). De toegang tot de bestaande pijpleiding kwam echter duidelijk naar voren vanwege de minimale kosten (kapitaal en exploitatie), de eenvoud en het tijdschema, alsmede de milieu- en regelgevingsaspecten.