Het ontslag van Pat Gelsinger, CEO van Intel, heeft een abrupt einde gemaakt aan zijn rol in de turnaround-inspanningen van de worstelende chipmaker, waardoor Wall Street twijfelt of zijn ambitieuze herstelplan op weg is naar het hakblok.

Een verandering aan de top na een tumultueus jaar werd toegejuicht door beleggers, want de aandelen van Intel stegen tot wel 6% na het nieuws, voordat ze maandag 0,5% lager sloten.

De aandelen zijn dit jaar met meer dan 50% gedaald, omdat het bedrijf het moest afleggen tegen een door AI aangewakkerde rally bij andere chipfabrikanten. Nvidia is in 2024 het op één na meest waardevolle bedrijf geworden, terwijl Intels marktkapitalisatie voor het eerst in 30 jaar onder de $100 miljard daalde.

Intel had het moeilijk onder Gelsinger, omdat zijn plan om zich meer te richten op de geldverslindende contractproductie de cashflow schaadde.

Ondanks de enorme uitgaven lukte het Intel niet om de concurrentie bij te houden in de AI-race en bleef het achter bij het Taiwanese TSMC in de chipfabricage.

Het bedrijf had ook een investering in AI-kanjer OpenAI misgelopen, terwijl de opmerkingen van Gelsinger over Taiwan Intel zijn afgeprijsde chipdeal met TSMC kostte.

De omzet van Intel kromp tot $54 miljard in 2023, bijna een derde minder dan in het jaar dat Gelsinger de leiding overnam.

De winstverwachtingen van Wall Street voor het bedrijf zijn ook sterk gedaald, waardoor het aandeel een hoge koers-winstverhouding heeft - een benchmark voor het waarderen van aandelen.