IntelliCentrics Global Holdings Ltd. kondigt aan dat wordt verwezen naar (i) de circulaire van de Vennootschap van 28 oktober 2022 met betrekking tot de jaarlijkse algemene vergadering van de Vennootschap die op 15 december 2022 zal worden gehouden; (ii) de aankondiging van de AVA van 28 oktober 2022; en (iii) het door de Vennootschap uitgegeven volmachtformulier met betrekking tot onder meer de voorgestelde herverkiezing van bepaalde bestuurders van de Vennootschap tijdens de AVA. Zoals bekendgemaakt in de AGM Circulaire zal mevrouw Huang Yi-Fen na afloop van de AGM aftreden als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder. Vanwege gewijzigde persoonlijke omstandigheden van mevrouw Huang heeft de Raad van Bestuur besloten mevrouw Huang niet aan te bevelen voor herverkiezing in de AvA.

Het aftreden van mevrouw Huang zal ingaan na afloop van de AVA. Tegelijkertijd met haar aftreden als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder zal mevrouw Huang ook niet langer lid zijn van het auditcomité en het benoemingscomité van de Vennootschap. Mevrouw Huang heeft bevestigd dat zij op de datum van deze aankondiging geen onenigheid heeft met de Raad en dat zij zich niet bewust is van enige kwestie met betrekking tot haar pensionering die onder de aandacht moet worden gebracht van de aandeelhouders van de Onderneming of The Stock Exchange of Hong Kong Limited.

De Raad wil mevrouw Huang oprecht bedanken voor haar bijdrage aan de onderneming tijdens haar ambtstermijn. Het is de Raad ter ore gekomen dat op 10 augustus 2022 het Taipei District Prosecutors Office een aanklacht heeft ingediend tegen mevrouw Huang in verband met een vermeende schending van artikel 20(2) van de Securities and Exchange Act in Taiwan in verband met een bedrijf waarin mevrouw Huang werkzaam is als financieel directeur. Voor zover de Raad (behalve mevrouw Huang) na alle redelijke onderzoeken weet, heeft de aanklacht geen betrekking op de lopende zaken van de Groep, en aangezien mevrouw Huang een onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurder is die niet deelneemt aan het dagelijks bestuur en de activiteiten van de Groep, is de Raad van mening dat de aanklacht geen wezenlijke nadelige gevolgen heeft voor de Groep.