De consumentenprijzen, gemeten met een vaste rente, zijn in december met 1,9% gestegen ten opzichte van de voorgaande maand en met 10,2% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar, aldus het bureau voor de statistiek (SCB) op vrijdag.

In een peiling van Reuters hadden analisten een inflatie van 9,9% voorspeld, terwijl de Riksbank in haar meest recente prognose van november uitging van een jaarlijkse prijsstijging van 9,1%. De centrale bank streeft naar een CPIF-inflatie van 2%.

Volgens de Scandinavische bank Nordea was de uitkomst minder dramatisch dan het leek en een gevolg van het feit dat de elektriciteitsprijzen in december met bijna 30% stegen ten opzichte van de voorgaande maand. De elektriciteitsprijzen zijn sinds het begin van het jaar gedaald.

"Dit betekent dat de inflatie waarschijnlijk al in januari weer dicht bij de prognose van de Riksbank zal liggen. Wij blijven bij onze prognose dat de rente in februari met 50 basispunten wordt verhoogd en dat de bank de rente voor de rest van 2023 aanhoudt", aldus Nordea in een toelichting.

Centrale banken over de hele wereld hebben scherp gereageerd op de stijgende inflatie, door de rente op te drijven en hypotheeknemers onder druk te zetten.

De Riksbank verhoogde de financieringskosten in november met driekwart procentpunt tot 2,50% en zei te verwachten de rente nog wat verder te verhogen, waarbij ze een piek van ongeveer 3,0% ergens in de eerste helft van dit jaar voorspelde.

Nadat de inflatie in november hoger uitviel dan verwacht, verhoogt de meest recente lezing de kans op een verhoging met een half procentpunt tijdens de volgende vergadering, die op 9 februari wordt aangekondigd.

In sommige delen van de wereld begint de inflatie af te nemen. In de Verenigde Staten daalde de inflatie in december voor het eerst in 2,5 jaar en de markten verwachten dat de Federal Reserve het tempo van de verhogingen zal temperen alvorens de rente in de tweede helft van het jaar te verlagen.

De snel stijgende inflatie en de drastische verstrakking van het monetaire beleid hebben de Zweedse huishoudens met hoge schulden al onder druk gezet, waardoor de consumentenvraag is gedaald en de vastgoedmarkten hard zijn geraakt.

De CPI-inflatie bedroeg 2,1 procent op maandbasis en 12,3 procent op jaarbasis.