KARLSRUHE (dpa-AFX) - Toen de elektriciteitsprijzen in Duitsland dreigden te exploderen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne, reageerde de federale regering eind 2022 met een nieuwe wet. Een rem op de elektriciteitsprijs was bedoeld om huishoudens en bedrijven te beschermen tegen te hoge prijzen. Maar niet iedereen profiteerde.
Bij het Federale Constitutionele Hof verdedigen in totaal 22 exploitanten van groene elektriciteitscentrales zich tegen het feit dat een deel van hun winsten werd overgeheveld om de prijsrem te helpen financieren. In september behandelden de hoogste rechters in Karlsruhe twee overeenkomstige grondwettelijke klachten. De Senaat zal deze donderdag zijn oordeel bekendmaken. De belangrijkste vragen en antwoorden vóór de uitspraak:
Wat was de rem op de elektriciteitsprijs ook alweer?
De rem op de elektriciteitsprijs was bedoeld om huishoudens en bedrijven te ontlasten van de stijgende elektriciteitsprijzen in die tijd. Een deel van het elektriciteitsverbruik werd tegen een vaste, lagere prijs aangeboden. Huishoudens en kleinere bedrijven kregen 80 procent van hun eerdere elektriciteitsverbruik tegen een gegarandeerde brutoprijs van 40 cent per kilowattuur. Voor industriële klanten was de limiet 13 cent voor 70 procent van hun eerdere verbruik. Het geheel werd medegefinancierd door zogenaamde surplus loten - bijvoorbeeld van groene stroomproducenten die hadden geprofiteerd van de hoge prijzen.
En wat zijn surplus loten?
Willekeurige winsten of surplus loten verwijzen naar winsten die aanzienlijk hoger waren dan de verwachte winsten van de bedrijven op dat moment. Dit kwam door de extreem hoge gasprijzen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog. Volgens het merit order-mechanisme zijn de prijzen van alle soorten elektriciteitsopwekking gebaseerd op de centrales met de hoogste kosten.
Omdat gasgestookte centrales vaak de duurste centrales zijn en de prijzen daarom op hen gericht zijn, profiteerden andere centrales ook van de hoge gasprijzen, hoewel hun kosten ongeveer gelijk bleven. Zo konden bijvoorbeeld centrales voor hernieuwbare energie en bruinkool hun elektriciteit verkopen tegen prijzen die ver boven hun productiekosten lagen. Sommige van de overtollige partijen werden gekort van 1 december 2022 tot 30 juni 2023.
Wat bekritiseren de bedrijven?
Volgens de klagende exploitanten van windenergie-, fotovoltaïsche en biomassacentrales was deze aftopping van hun overschotten, zoals bepaald in de wet op de elektriciteitsprijsremies, ongrondwettelijk. Het overwinnen van de energiecrisis is de verantwoordelijkheid van de staat en moet daarom gefinancierd worden uit belastinginkomsten, benadrukte advocaat Christian von Hammerstein tijdens de hoorzitting.
De klagers voerden aan dat de elektriciteitskosten niet zo hoog waren door de hernieuwbare energiebronnen, maar voornamelijk veroorzaakt werden door de gasgestookte centrales. Maar juist deze waren vrijgesteld van het plafond.
Wat zegt de Duitse regering als reactie?
De Bondsregering benadrukte voor de rechtbank dat de maximumprijs voor elektriciteit een reactie was op een uitzonderlijke situatie op dat moment. De exploitanten moesten hun bijdrage leveren aan het kalmeren van de elektriciteitsmarkt door middel van de maximumprijs, zei Philipp Steinberg, ministerieel directeur bij het Ministerie van Economische Zaken. Door bijvoorbeeld het tijdsbestek te beperken, had de federale regering ervoor gezorgd dat de interventie zo laag mogelijk werd gehouden.
Welke gevolgen kan de uitspraak hebben?
Dat hangt helemaal af van hoe de Senaat beslist. Als het de aftopping van de winsten als ongrondwettelijk bestempelt, zoals geëist door de aanklagende fabrieksexploitanten, dan zou dit ofwel alleen gevolgen voor de toekomst kunnen hebben, ofwel met terugwerkende kracht. In het ergste geval zou de wet teruggedraaid moeten worden, volgens Steinberg. In dat geval zouden de 750 tot 800 miljoen euro aan overtollige middelen terugbetaald moeten worden. De federale regering verwacht een dergelijke uitkomst echter niet.
Wat is een grondwettelijke klacht?
Vooral burgers, maar ook verenigingen, stichtingen en bedrijven, kunnen een grondwettelijke klacht indienen bij het Federale Constitutionele Hof als ze vinden dat hun grondrechten geschonden zijn. Het Federale Constitutionele Hof ontvangt jaarlijks ongeveer 5000 van dergelijke klachten. Het is de meest voorkomende procedure. Over het algemeen hebben grondwettelijke klachten in Karlsruhe echter zelden succes: volgens het hof bedroeg het succespercentage in de afgelopen tien jaar slechts 1,66 procent./jml/DP/zb