Hoewel de EU-landen de Amerikaanse inzet voor energietransitie toejuichen, vrezen zij dat de 369 miljard dollar aan subsidies van de IRA voor elektrische voertuigen en andere schone technologieën in Europa gevestigde bedrijven kan benadelen.

WAAROM IS EUROPA BOOS?

De EU-landen vrezen dat hun bedrijven zullen lijden onder de Amerikaanse belastingvoordelen, waarvan vele alleen gelden voor lokaal geproduceerde inhoud.

Voor elektrische voertuigen kunnen Amerikaanse consumenten belastingvoordelen van $7.500 krijgen, maar alleen als de eindassemblage van het voertuig in Noord-Amerika plaatsvindt, waar ook ten minste de helft van de waarde van de batterijcomponenten van het voertuig moet worden geproduceerd.

De EU-landen zeggen dat dit indruist tegen het basisprincipe van non-discriminatie van de Wereldhandelsorganisatie, namelijk dat eigen en buitenlandse producten gelijk moeten worden behandeld.

De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire heeft gezegd dat subsidies ter bevordering van de energietransitie weliswaar aanvaardbaar zijn, maar dat ze in overeenstemming moeten zijn met de WTO-regels en dat er sprake moet zijn van gelijke concurrentievoorwaarden.

Europese bedrijven worden benadeeld ten opzichte van Amerikaanse rivalen en, zeggen EU-politici, kunnen ervoor kiezen hun activiteiten te verplaatsen naar de Verenigde Staten of daar in ieder geval voorrang te geven aan investeringen, waardoor de Verenigde Staten leider worden in de productie van schone technologie ten koste van Europa.

Bedrijven die fabrieken willen vestigen, zullen wellicht de voorkeur geven aan Amerikaanse expansie.

De EU is niet de enige bondgenoot van Washington die bezwaar maakt tegen het pakket: ook Zuid-Korea vreest dat zijn autofabrikanten niet in aanmerking zullen komen voor de Amerikaanse belastingvoordelen.

WAT WIL EUROPA?

De EU wil dezelfde behandeling als de Amerikaanse handelspartners Canada en Mexico, waarvan de productie grotendeels onder de subsidieregelingen valt, maar veel EU-functionarissen denken dat het blok waarschijnlijk niet al zijn eisen ingewilligd zal zien.

Een herziening van de wet door het Amerikaanse Congres is uitgesloten, dus de Europese ambtenaren zien hun beste hoop in de richtsnoeren voor de uitvoering die door het Amerikaanse ministerie van Financiën worden uitgegeven.

In december werd een gedeeltelijke overwinning behaald toen het ministerie van Financiën verklaarde dat elektrische voertuigen die buiten Noord-Amerika zijn gebouwd in aanmerking komen voor belastingvoordelen als ze door consumenten worden geleased.

Het ministerie van Financiën zal in maart richtsnoeren geven voor elektrische voertuigen die door consumenten worden gekocht, maar er lijkt minder speelruimte te zijn.

De Europese Commissie en het Witte Huis hebben een taskforce op hoog niveau opgericht om de kwestie te bespreken. Een mogelijke opening zou zijn dat Washington de EU de concessies verleent die het zijn partners in het kader van vrijhandelsovereenkomsten aanbiedt, bijvoorbeeld inzake de levering van kritieke materialen voor voertuigaccu's.

De EU heeft geen vrijhandelsovereenkomst met de Verenigde Staten, hoewel de trans-Atlantische partners regelmatig handelskwesties bespreken, bijvoorbeeld in hun Raad voor Handel en Technologie.

Niemand wil de handelsspanningen, die de trans-Atlantische betrekkingen tijdens de regering-Trump hebben geschaad, opnieuw doen oplaaien, dus zeggen Europese ambtenaren dat het uitdagen van de Verenigde Staten bij de WTO slechts een laatste en onwaarschijnlijke optie is.

KAN EUROPA OOK ZIJN BEDRIJVEN STEUNEN?

Frankrijk heeft de oproep geleid dat Europa moet reageren met eigen overheidssteun voor Europese bedrijven, onder meer via een "koop Europese wet" en grootschalige subsidies.

De Europese Commissie heeft een versoepeling van de regels voor staatssteun voorgesteld om steun mogelijk te maken voor investeringen in hernieuwbare energiebronnen, voor het koolstofvrij maken van de industrie en voor "strategische apparatuur", zoals batterijen, zonnepanelen, windturbines en warmtepompen.

In het besef dat niet alle 27 EU-landen in dezelfde mate als Frankrijk of Duitsland subsidies zullen kunnen verlenen, zegt de Commissie dat de EU-leden een beroep kunnen doen op bestaande fondsen, waarvan een groot deel overblijft van het post-pandemisch herstelfonds van de EU.

Op langere termijn zegt de Europese Commissie dat zij een Europees soevereiniteitsfonds zal voorstellen, maar het is onduidelijk hoe dat zal werken en hoe het zal worden gefinancierd.

Er is al duidelijk verzet van bepaalde EU-leden tegen suggesties dat het plan van de EU uiteindelijk verdere gezamenlijke leningen zou kunnen inhouden.

($1 = 0,9649 euro)