TGS kondigde gisteren een kwartaalomzet aan die aanzienlijk lager was dan vorig jaar - 206 miljoen USD, vergeleken met 230 miljoen USD in het tweede kwartaal van 2022 - maar toch bevredigend.

Dankzij een olieprijs die schommelt tussen 60 en 80 USD, komen de investeringen in ontginning overal weer op gang, vooral in de offshore-sector. Aangezien de sector geconsolideerd is, lijkt een omzet tussen 900 miljoen USD en 1 miljard USD in 2023 en 2024 niet onredelijk.

In tegenstelling tot concurrenten zoals PGS, Fugro of CGG, heeft TGS de tumultueuze periode 2014-2020 goed doorstaan - het dieptepunt van pessimisme, zo herinneren we ons, viel samen met een negatieve olieprijs.

Het geheim van zijn veerkracht: het religieus vermijden van schulden dankzij een slimme strategie van cofinanciering van studies met klanten en het leasen van schepen, zonder er zelf te bezitten.

Het bedrijfsmodel blijft echter zeer kapitaalintensief, en de rendabiliteit van de investeringen in geologische en seismische databanken blijft een vraagteken aangezien TGS op de lange termijn geen groei realiseert. In de praktijk zorgen zijn investeringen, die het merendeel van de operationele kasstromen opslokken, ervoor dat het bedrijf in de race blijft.

Dit resulteert in een ongelijke winstgevendheid, met een gemiddelde vrije kasstroom - uitgesmeerd over de laatste cyclus - van 0,8 USD per aandeel. Bij de huidige koers, dat wil zeggen 17 keer deze winst en met een dividendrendement van 4,1 %, lijkt de waardering van het aandeel perfect in evenwicht, zonder overdrijving, maar ook zonder veiligheidsmarge.

Aangezien TGS al zijn winsten teruggeeft aan zijn aandeelhouders via dividenduitkeringen, is het waarschijnlijk het meest zinvol om de waardering van het aandeel vanuit dit perspectief te benaderen.