Thyssenkrupp zei dat een geplande groene staalfabriek ter waarde van ongeveer 3 miljard euro ($3,1 miljard) door zou kunnen gaan, zelfs als de ambities van de regering om een toonaangevende waterstofindustrie op te bouwen mislukken.

De Duitse oppositieleider Friedrich Merz, die wordt getipt om kanselier te worden bij de verkiezingen van volgende maand, zei laat op maandag dat een snelle overschakeling op waterstof onrealistisch was.

De huidige regering onder leiding van de SPD, die vorig jaar uit elkaar viel door onder andere onenigheid over financiering, heeft geprobeerd om de decarbonisatie van haar industrie te versnellen, met waterstof als pijler van die strategie.

Twijfels over de economische aspecten en onzekerheid over de regelgeving hebben echter geleid tot vertragingen in de projecten en de vraag of de industrie, met name de staalproducenten, hun plannen wel kunnen uitvoeren.

Hoewel het de taak van de overheid is om ervoor te zorgen dat de waterstofinfrastructuur en de waterstofvoorziening tijdig worden opgevoerd om de Europese staalsector veilig te stellen, is de geplande locatie voor groen staal van de groep in Duisburg daar niet van afhankelijk, aldus Thyssenkrupp.

"De fabriek kan ook op aardgas werken. Bij gebruik van aardgas kan al ongeveer 50% van de CO2-uitstoot die bij een conventionele hoogoven wordt gegenereerd, worden vermeden," aldus de groep.

Het bedrijf zei dat de fabriek vrijwel klimaatneutraal zou zijn als ze volledig op groene waterstof zou draaien, d.w.z. waterstof die met hernieuwbare energie geproduceerd wordt.

"In principe staan we open voor alle technologieën voor de verdere groene transformatie van de staalindustrie en behouden we ons alle denkbare opties voor om met name de productie van ruw staal verder koolstofvrij te maken."

Thyssenkrupp, de grootste staalproducent van Duitsland, zei dat de volgende stap in haar staaltransformatie de bouw van een moderne vlamboogoven zou kunnen zijn om een andere hoogoven in Duisburg te vervangen.

($1 = 0,9754 euro)