UCB SA kondigde aan dat gegevens van haar portefeuille met anti-seizuurmedicijnen (brivaracetam, fenfluramine, lacosamide en midazolam neusspray) zullen worden voorgesteld op de 76e jaarlijkse bijeenkomst van de American Epilepsy Society (AES) (Nashville, Tennessee), van 2 tot 6 december. De belangrijkste gegevens die op de AES worden gepresenteerd, omvatten een schat aan inzichten uit de internationale EXPERIENCE-studie waarin de doeltreffendheid en verdraagbaarheid van brivaracetam in meerdere subpopulaties wordt beoordeeld, waaronder kinderen en ouderen met focale aanvallen, evenals de doeltreffendheid en veiligheid van fenfluramine op aanvallen bij mensen die leven met het Dravet- en/of Lennox-Gastaut-syndroom, en de impact ervan op andere parameters dan aanvallen, waaronder het dagelijks functioneren. Gepresenteerde gegevens in de wetenschappelijke tentoonstelling van het bedrijf, "UCB: Leading with science for epilepsy and rare epilepsy syndromes" (5 december, 9:00 a.m. u 12:00 p.m. ET, in 207 A/B, Floor 2, Music City Center), biedt de aanwezige professionals in de gezondheidszorg de gelegenheid om deel te nemen aan discussies over het epilepsieonderzoek van UCB, real-world updates en de nieuwste klinische gegevens. Als aanvulling op de posterpresentaties zal UCB twee satelliet symposia faciliteren voor geregistreerde afgevaardigden op AES.

BRIVIACT® (brivaracetam) is geïndiceerd als aanvullende therapie bij de behandeling van partiële-onset aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 2 jaar met epilepsie. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, andere pyrrolidonderivaten of een van de hulpstoffen. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Suïcidale gedachten en gedrag zijn gemeld bij patiënten die werden behandeld met anti-epileptica (AED's) bij verschillende indicaties, waaronder BRIVIACT®.

Patiënten moeten worden gecontroleerd op tekenen van zelfmoordgedachten en -gedrag en een passende behandeling moet worden overwogen. Patiënten (en zorgverleners) moeten worden geadviseerd om medisch advies in te winnen als er tekenen van suïcidale gedachten of gedrag opduiken. BRIVIACT® filmomhulde tabletten bevatten lactose.

Patiënten met zeldzame erfelijke problemen van galactose-intolerantie, totale lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie mogen BRIVIACT® niet innemen. Brivaracetam filmomhulde tabletten, oplossing voor injectie/infusie en orale oplossing bevatten respectievelijk minder dan 1 mmol natrium (23mg) per tablet/vial/ml, dat wil zeggen in wezen "natriumvrij". De orale oplossing bevat 168 mg sorbitol per ml.

Patiënten met erfelijke fructose-intolerantie (HFI) mogen dit geneesmiddel niet innemen. De orale oplossing bevat methylparahydroxybenzoaat, dat (mogelijk vertraagde) allergische reacties kan veroorzaken. Brivaracetam orale oplossing bevat propyleenglycol.

Dosering Er is geen dosisaanpassing nodig bij volwassenen met een verminderde nierfunctie. Op basis van gegevens bij volwassenen is ook geen dosisaanpassing nodig bij pediatrische patiënten met verminderde nierfunctie. Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar bij pediatrische patiënten met een verminderde nierfunctie.

Bij patiënten met een leverfunctiestoornis worden de volgende aangepaste doses, toegediend in 2 verdeelde doses met een tussenpoos van ongeveer 12 uur, aanbevolen voor alle stadia van leverfunctiestoornis: Bij volwassenen, adolescenten en kinderen met een gewicht van =50 kg wordt een startdosis van 50 mg/dag aanbevolen, met een maximale dagelijkse dosis van 150 mg/dag. Voor adolescenten en kinderen met een gewicht van 20 kg tot < 50 kg wordt een startdosis van 1 mg/kg/dag aanbevolen, met een maximale dagelijkse dosis van 3 mg/kg/dag. Voor kinderen van 10 kg tot < 20 kg wordt een startdosis van 1 mg/kg/dag aanbevolen, met een maximale dagelijkse dosis van 4 mg/kg/dag.

Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar bij pediatrische patiënten met leverfunctiestoornissen. BRIVIACT werd in 2016 in de VS goedgekeurd als add-on therapie voor volwassen patiënten met partieel-onset aanvallen. BRIVIACT werd in september 2017 goedgekeurd als monotherapie voor volwassenen, en in 2018 als monotherapie of aanvullende therapie bij patiënten van vier jaar en ouder met partieel-onset aanvallen.

In augustus 2021 werd BRIVIACT goedgekeurd voor de behandeling van partieel ingestelde aanvallen bij patiënten vanaf één maand oud. BRIVIACT is beschikbaar in drie formuleringen: orale tabletten, orale oplossing en intraveneuze (IV) injectie. Meer informatie is beschikbaar op Drugs@FDA: Door de FDA goedgekeurde geneesmiddelen.

Suïcidaal gedrag en zelfmoordideeën: Antiepileptica, waaronder BRIVIACT, verhogen het risico op suïcidaal gedrag en suïcidale gedachten. Controleer patiënten die BRIVIACT gebruiken op het ontstaan of verergeren van depressie; ongewone veranderingen in stemming of gedrag; of suïcidale gedachten, gedrag of zelfbeschadiging. Adviseer patiënten, hun verzorgers en/of familie alert te zijn op deze gedragsveranderingen en deze onmiddellijk te melden aan een zorgverlener.