WILHELMSHAVEN (dpa-AFX) - Een deskundigenrapport in opdracht van Deutsche Umwelthilfe (DUH) zet vraagtekens bij de door de Nedersaksische autoriteiten goedgekeurde permanente biocidelozing op de LNG-terminal in Wilhelmshaven. Terminalexploitant Uniper gebruikt uit Noordzeewater gewonnen chloor als biocide om te voorkomen dat de zeewatersystemen van het LNG-terminalschip worden overwoekerd door bijvoorbeeld algen en mosselen. Een dergelijke continue chlorering "kan niet worden beschouwd als de best beschikbare technologie", aldus de verklaring van het Hamburgse laboratorium LimnoMar die donderdag door de milieuhulporganisatie is gepubliceerd en door de Deutsche Presse-Agentur is verkregen. De procedure is niet verenigbaar met de nationale wetgeving, noch met de EU-kaderrichtlijn Water, aldus de Commissie.

De auteurs bevelen ten minste aan de procedure te wijzigen in zogenaamde schokchlorering - d.w.z. alleen chloor gebruiken wanneer de groeidruk van algen en mosselen dit vereist. Op lange termijn zou volgens het rapport een milieuvriendelijke reinigingsmethode op basis van bijvoorbeeld ultrageluid moeten worden gebruikt in plaats van chloor.

De milieuhulporganisatie Umwelthilfe en andere milieugroeperingen hebben al lang kritiek op het lozen van met chloor behandeld afvalwater in de Jade bij het LNG-terminalschip "Höegh Esperanza", dat in december in gebruik werd genomen. Zij vrezen onder meer schade aan het aangrenzende ecosysteem van de Waddenzee. "Elektrochlorering is een verouderde technologie, uiterst schadelijk voor het milieu en ook wettelijk niet toegestaan", aldus DUH-energiedeskundige Constantin Zerger.

De vereniging riep de vergunningverlenende instantie van Nedersaksen opnieuw op om de aanpassing aan een andere reinigingsmethode te gelasten. "Anders zullen we op basis van het deskundigenadvies verdere juridische stappen ondernemen om het Nationaal Park Waddenzee te beschermen tegen de lozing van het giftige biocide", aldus Zerger.

De vergunningverlenende instantie, het Niedersächsische Staatsamt für Wasserwirtschaft, Küsten und Naturschutz (NLWKN), had daarentegen eerder in de vergunning vermeld dat het zuiveringssysteem op basis van chloor "state of the art" was. Het ministerie van Milieu in Hannover verklaarde desgevraagd dat de verklaring van het deskundigenadvies niet juist was. De basis voor het bepalen van de "stand van de techniek" waren de technische milieunormen van een internationaal erkende norm. Deze norm beveelt voor een drijvende LNG-importterminal (FSRU) aan dat "(...) een chloreringssysteem aanwezig moet zijn wanneer zeewater als verwarmingsmedium wordt gebruikt".

Terminaloperator Uniper zei desgevraagd dat het gebruik van andere reinigingsmethoden, zoals ultrasoon geluid, is onderzocht. "Tot nu toe voldeed geen enkele alternatieve methode aan de speciale eisen voor gebruik op de FSRU "Höegh Esperanza"." De vergunningverlenende instantie heeft Uniper echter verplicht om tegen de zomer voorstellen te doen over hoe het gebruik van biociden kan worden verminderd. Daartoe voeren Uniper en de rederij Höegh "momenteel talrijke gesprekken" met fabrikanten, leveranciers en deskundigen, kondigde Uniper verder aan./len/DP/zb