Het Duitse nutsbedrijf Uniper zal zich richten op gesprekken met een grote klant en op de eerste stappen om dit jaar waterstofopslagfaciliteiten te ontwikkelen nadat het EU-steun heeft gekregen voor twee projecten voor schone energie in de Noordzeehaven van Wilhelmshaven, aldus het hoofd van het bedrijf.

Het staatsbedrijf wil de diepwaterhaven omvormen tot een ontvangstpunt voor ammoniak met geïmporteerde waterstof, en de waterstof opslaan en transporteren als onderdeel van zijn decarbonisatiestrategie.

"Dit jaar willen we concrete vooruitgang boeken met (staalproducent) Salzgitter en ... intensief werk maken van onze waterstofopslagprojecten," zei Chief Operating Officer Holger Kreetz in een interview op een vrijdag gepubliceerde conferentie van het Handelsblatt.

De ammoniakterminal van Uniper en een plan voor een elektrolyse-installatie van 1 gigawatt (GW) voor de productie van waterstof uit lokale hernieuwbare energiebronnen werden vorige maand door de Europese Commissie geselecteerd als projecten van gemeenschappelijk belang (PCI).

"Op de PCI-lijst staan biedt voordelen voor de planning en snelheid van onze projecten," zei Kreetz.

De langetermijnstrategie van Uniper omvat de omschakeling van al haar aardgasactiviteiten naar waterstof om de klimaatdoelstellingen te halen en klanten te bevoorraden. Haar voormalige focus, Russisch gas, droogde in 2022 op en het bedrijf moest door de Duitse overheid worden gered.

Om de uitstoot van de staalproductie te verminderen, zeiden Salzgitter en Uniper in april dat ze zouden samenwerken om tot 20.000 ton groene waterstof per jaar te leveren aan de fabriek van Salzgitter, waarvoor nog een pijpleiding vanuit Wilhelmshaven moet worden aangelegd. Groene waterstof wordt geproduceerd met behulp van hernieuwbare energie.

De waterstof van Salzgitter zal afkomstig zijn van de elektrolyse-installatie van Uniper, waarvan een sectie van 200 megawatt in 2028 in gebruik zou moeten worden genomen, aldus Kreetz.

De waterstofopslagstrategie van Uniper heeft als doel om 600 gigawattuur (GWh) aan capaciteit te bieden tegen het einde van 2030, waarbij het bedrijf enkele van zijn gasopslaggrotten opnieuw zal gebruiken en nieuwe locaties zal bouwen. (Verslaggeving door Vera Eckert en Tom Kaeckenhoff; Bewerking door Friederike Heine en Mark Potter)