(ABM FN) De Brusselse beurs is afgelopen week verder gedaald. Bij een slotstand van 4.267,97 punten vrijdag verloor de Bel20 op weekbasis 0,6 procent. Een week eerder eindigde de sterindex op 4.293,15 punten, toen een verlies op weekbasis van 0,7 procent.
Het lijkt alsof de kracht van de opwaartse trend wat afneemt, zei Justin Blekemolen van Lynx in een technische analyse over de beweging van de Bel20.
Op 4.227 punten ligt een "solide" steunniveau, volgens de beleggingsspecialist. Een daling hieronder kan worden gezien als een eerste teken van mogelijke verdere verzwakking.
De afgelopen week stond in het teken van toonaangevende macrodata, die belangrijk zijn in het kader van het rentebeleid van de grote centrale banken, en een lawine aan kwartaalcijfers.
"Nu de centrale banken volledig varen op de economische cijfers, telt elke cijferpublicatie", stelden economen van KBC. "Dat maakte handelen tussen de beleidsvergaderingen door volatieler."
De Federal Reserve komt volgende week donderdag met het rentebesluit. Daarom werd afgelopen week extra gelet op de PCE-kerninflatie en het Amerikaanse banenrapport. Verder werd bekend dat de Amerikaanse economie in het derde kwartaal met 2,8 procent is gegroeid. Er werd gerekend op een groei van 3,1 procent.
De Amerikaanse kerninflatie bleef in september conform de verwachting onveranderd op 2,7 procent. De inkomens stegen met 0,3 procent en de bestedingen met 0,5 procent.
Uit het banenrapport bleek dat er in oktober slechts 12.000 banen bij zijn gekomen, veel minder dan de circa 100.000 die werden voorzien. Voor september en oktober werden de banencijfers bovendien flink neerwaarts bijgesteld.
Het zwakke cijfer voor oktober is vermoedelijk het gevolg van natuurgeweld en stakingen. Ondertussen bleef de werkloosheid in de VS afgelopen maand stabiel op 4,1 procent en was ook de loongroei weinig veranderd op iets minder dan 4 procent.
Aangezien al deze gegevens nauwlettend in de gaten worden gehouden door de Fed, "kun je je voorstellen in welke situatie de Fed-leden zich volgende week zullen bevinden, wanneer ze moeten beslissen of ze de rente al dan niet zullen verlagen", zei Bernard Keppenne, hoofdeconoom bij CBC Banque.
"Ze komen de dag na de verkiezingen bijeen, terwijl de uitkomst [vermoedelijk] nog totaal onduidelijk is."
ECB heeft het lastiger
Daar waar de Amerikaanse economie vrij goed blijft liggen, is het beeld in de eurozone wisselend. Enerzijds liep de inflatie in oktober op tot 2,0 procent en bleef de kerninflatie stabiel op 2,7 procent, terwijl anderzijds de economie van de muntunie in het derde kwartaal harder groeide dan eerder geraamd, met 0,4 procent.
"De richting van de inkomende macrogegevens in de regio is niet helemaal duidelijk, wat de ECB verwarrende signalen geeft", zei econoom Bert Colijn van ING.
De cijfers laten volgens de marktenzaal van KBC ook zien dat de ECB misschien te snel reageerde.
"Duitsland en Spanje lieten een beter dan voorziene economische groei zien en de Franse economie profiteerde afgelopen kwartaal van de Olympische Spelen, waardoor de groei van het bbp versnelde. Ook Duitsland presteerde beter dan verwacht. De cijfers duiden op een sterker dan verwachte economie, wat verdere renteverlagingen in twijfel kan trekken", aldus KBC.
Kwartaalcijfers en verkiezingen bepalen stemming
Ook vijf van de Magnificent Seven-bedrijven kwamen afgelopen week met resultaten: Alphabet, Microsoft, Apple, Amazon en Meta openden de boeken, nadat Tesla een week eerder al de verwachtingen duidelijk wist te verslaan.
Alphabet presteerde aardig, maar Microsoft en Meta stelden teleur, net als AMD. Opvallend was verder de koersval van het aandeel Super Micro Computer na het bericht dat accountant Ernst & Young opstapt en geen goedkeuring kan geven aan de kwartaalcijfers.
Microsoft en Meta gaven voorzichtige verwachtingen af, zag investment manager Simon Wiersma van ING, terwijl Amazon juist met een sterke outlook kwam en Intel de markt ook positief wist te verrassen. De resultaten van Apple waren solide, maar de winst werd gedrukt door een belastingkwestie in Ierland. Ook de outlook viel tegen.
"Wij blijven vooralsnog positief over aandelen uit de sectoren IT en communicatiediensten, omdat daar de komende kwartalen de hoogste winstgroei is te verwachten. Tussentijdse koerscorrecties zijn heel normaal", aldus Wiersma.
Ondertussen leven de markten toe naar de Amerikaanse verkiezingen, komende dinsdag. In de afgelopen dagen nam de nervositeit toe, dat was duidelijk te zien op de obligatiemarkten. Nadat de obligatierentes vorige week al aardig wisten te stijgen, bleven deze niveaus deze week intact.
"De stijgende rente ging hand in hand met de toenemende kansen voor Trump om opnieuw het Witte Huis te veroveren. Althans, volgens de peilingen en de gokmarkten", aldus econoom Luc Aben van Van Lanschot Kempen.
De olieprijzen kelderden maandag met bijna 6 procent, na de beperkte aanval van Israël op Iran vorig weekend, waarbij belangrijke energie- en nucleaire faciliteiten werden vermeden om niet onmiddellijk vergelding en dus een breder conflict uit te lokken. Ook werd opnieuw onderhandeld over een wapenstilstand tussen Israël en Hamas in Gaza.
Toch wisten de olieprijzen in de loop van de week te herstellen, ook vanwege geruchten dat OPEC+ de geplande productieverhogingen toch nog wat langer zou willen uitstellen en berichten dat Iran opnieuw wraak zou willen nemen op Israël.
De euro/dollar wist na het zwakke Amerikaanse banenrapport te stijgen richting de 1,09, maar daalde vervolgens tot 1,0850 en won daardoor circa een half procent op weekbasis. Valutakenners verwachten meer dollarsterkte richting de verkiezingen.
De Japanse yen stabiliseerde ten opzichte van de dollar op 152,26, na de verkiezingen afgelopen weekend. Daarbij verloor de regeringscoalitie van LDP de meerderheid in het parlement. De politieke instabiliteit kan van invloed zijn op de renteverhogingen van de Bank of Japan, dat afgelopen week zijn monetaire beleid handhaafde.
© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer