We beginnen met de prestatiegrafiek van negen Europese indices in 2025.

IBEX 35: de banken op kop
De Spaanse index overtreft dit jaar al zijn West-Europese buren. Zijn kracht: een groot aandeel van banken (36 % van de index), die sinds januari met 46 % zijn gestegen. De tweede belangrijke sector: nutsbedrijven (20 % van het totaal), met Iberdrola, Endesa en Naturgy, die met 20 % zijn gestegen. Maar het zijn de banken (Santander, BBVA, Caixabank, Banco de Sabadell...) die de IBEX dragen.
DAX 40: Duitse industriële kracht
De industrie domineert de DAX (29 %) en heeft dit jaar goed gepresteerd (+38 %), aangedreven door Siemens AG en vooral Rheinmetall (+178 %), de kampioen van de defensiesector. De financiële sector volgt kort daarop (20 %) en heeft ook goed gepresteerd.
FTSE MIB: de ultra-financiële
De Italiaanse index is het meest blootgesteld aan financiële waarden in Europa: 48,3 % van zijn gewicht, met Unicredit, Intesa en Generali aan de top. Daarna volgen de nutsbedrijven (Enel voorop, 16,7 %) en de cyclische consumptie (14,4 %) met Ferrari en Stellantis.
FTSE 100: de City zonder technologie
De Britse index blijft in balans tussen financiën, industrie, consumptie, gezondheid en energie. Maar op technologisch gebied is het een woestijn: alleen Sage Group en Halma vertegenwoordigen de sector onder de 100 waarden. Dit weerhoudt hem er niet van om hoog te scoren.
SMI: gezondheid voorop
Geen verrassingen in Zwitserland. De SMI wordt gedomineerd door de gezondheidssector (36,4 %) met Roche, Novartis en Lonza. De financiële sector (19,4 %) volgt, met UBS, Zurich Insurance en Swiss Re. De basisconsumptie, uitsluitend vertegenwoordigd door Nestlé (17,1 %), maakt de top drie compleet. Een bijzonder defensieve index.
CAC 40: de Franse industrie
Tegen alle verwachtingen in weegt de industrie zwaarder in de CAC 40 (34,5 %) dan in de DAX. Schneider Electric (grootste kapitalisatie), Airbus, Safran, Legrand of Thales dragen hier aanzienlijk aan bij. De cyclische consumptie (gedreven door luxe, in daling) en de financiële sector tellen elk voor ongeveer 15 %.
AEX: de goede leerling van de balans
De Nederlandse index toont een harmonieuze verdeling: vijf sectoren tussen 13 en 21 %. Aan de top, de basisconsumptie (Unilever), gevolgd door technologie (ASML), financiën (ING, Adyen), energie (Shell) en industrie (RELX). Het is niet de Nasdaq, maar het is het beste wat Europa te bieden heeft op technologisch gebied, vooral als men Adyen als een fintech beschouwt.
BEL 20: neef van de SMI
De Belgische index rust op dezelfde pijlers als de Zwitserse: financiën, gezondheid, basisconsumptie. Maar hier domineert de financiële sector (KBC, Ageas, Groupe Bruxelles Lambert) de gezondheidssector (UCB, ArgenX). Brouwer Anheuser-Busch Inbev vertegenwoordigt het grootste deel van de consumptie.
OMX Nordic 40: industrie en farma... in vrije val
De Scandinavische index omvat de grote Zweedse, Noorse, Finse en Deense waarden. Hij is zeer industrieel (30 % met ABB, Atlas Copco, AB Volvo...) en sterk blootgesteld aan de gezondheidssector (Novo Nordisk, AstraZeneca...). Maar de daling van de Deense farmagroepen dit jaar (Novo Nordisk, Zealand Pharma, Coloplast) heeft zwaar gewogen.