De FTSE 100, opgericht in 1984 door de Financial Times, is de belangrijkste index van de London Stock Exchange, de beurs van Londen. De naam, een acroniem van "Financial Times Stock Exchange", wordt ook wel de footsie genoemd. Deze index is gebaseerd op de 100 grootste beursgenoteerde bedrijven van het land, wat ongeveer 70 % van de totale marktkapitalisatie van de Londense beurs vertegenwoordigt. De index is dit jaar met 7 % gestegen en omvat ook kleinere en middelgrote kapitalisaties met de FTSE 250 (+4,5 %) en de FTSE 350 (+7 %), evenals de bredere FTSE All-Share (+6,8 %).
De FTSE 100 heeft een vrij homogene sectorale samenstelling, maar wordt vaak beschouwd als een "anti-ESG"-index. Hoewel de financiële sector (21,8 %) en basisconsumptiegoederen (16,3 %) de grootste wegingen hebben, staat de index bekend om zijn hoge aandeel in sectoren met ESG-risico's, zoals industrie (11,8 %), energie (11 %) en basismaterialen (7 %).
Volgens de ratings van Sustainalytics heeft meer dan de helft van de index een gemiddeld of hoger ESG-risico. Onder de top 10 van grootste wegingen vertegenwoordigen vier een hoog risico, waaronder de twee oliegiganten Shell, de grootste weging van de index met 7,9 %, en BP, de zesde weging met 3,1 %; gevolgd door de tabaksgroep British American Tobacco, zevende met 2,9 %, en de mijnbouwgroep Rio Tinto, tiende met 2,5 %. Vergeleken met de S&P 500, de Nikkei en de Euro Stoxx 50 is de FTSE 100 de index met de meeste bedrijven met een hoog ESG-risico.
De andere grootste wegingen van de index zijn het farmaceutische bedrijf AstraZeneca, dat respectievelijk 7,7 % van de index vertegenwoordigt, en HSBC, dat 6,6 % van de index uitmaakt. De verrassing van het jaar is Unilever, dat naar de vierde plaats stijgt met een aandeel van 5,6 %. Deze twee bedrijven hebben dit jaar goed gepresteerd, met een koersstijging van respectievelijk 15 % en 24 %. Unilever, de wereldwijde gigant in schoonheids- en persoonlijke verzorgingsproducten, profiteert van een opmerkelijke belangstelling. De groei is gebaseerd op drie strategische pijlers: het stroomlijnen van het portfolio, het versterken van het Prestige- en welzijnssegment en een grotere aanwezigheid in India.
Naast HSBC is de financiële sector de belangrijkste steunpilaar voor de prestaties van de index, zoals ook het geval is voor andere Europese indices zoals de Duitse DAX, de Italiaanse MIB of de Spaanse IBEX. Banken zoals Natwest Group (+77 %), Barclays (+67 %), Standard Chartered (+44 %), verzekeraars zoals Just Group (+66 %), Beazley (+46 %), en vooral vermogensbeheerders zoals 3i Group (+50 %) en Hargreaves Lansdown (+48 %) boeken indrukwekkende prestaties dit jaar. De zorgen van beleggers over de toekomstige begroting van de Britse regering stimuleren de vraag naar klantadviseurs in het land.
Tegelijkertijd worden de extractieve sectoren (energie en basismaterialen) sterk verzwakt door de gespannen geopolitieke situatie in het Midden-Oosten en de negatieve vooruitzichten voor de Chinese groei. Zoals eerder vermeld, houdt Shell (-1 %) stand, maar BP daalt met 17,7 % sinds januari. Aan de kant van de Britse mijnbouwgiganten verliest Rio Tinto 15 %, terwijl Glencore nog slechter presteert met een verlies van 19 %. Alleen Anglo American stijgt met 20 %, mede dankzij geruchten over overnames door BHP. Antofagasta (-0,8 %) blijft stabiel, ondanks het feit dat de koper- en goudprijzen in haar voordeel spelen.
Het bedrijf met de sterkste groei dit jaar is de grootste Europese fabrikant van industriële verpakkingen, DS Smith (+93 %), dat het onderwerp is van een overnamebod door het Amerikaanse verpakkingsbedrijf International Paper, dat het bod van een andere grote speler in de sector, Mondi (-29 %), overtrof, waarvan de koers door dit nieuws een flinke klap kreeg. De overname, ter waarde van 7,2 miljard dollar (6,8 miljard euro), hangt echter nog in de lucht in afwachting van een gunstig oordeel van de Europese mededingingsautoriteiten, die hun besluit naar verwachting op 10 januari 2025 bekendmaken.
Ten slotte heeft Rolls-Royce Holdings, de bouwer van vliegtuigmotoren, de op een na grootste stijging binnen de FTSE 100 laten optekenen, met +81 % sinds januari. Aan de andere kant van het spectrum heeft JD Sports Fashion het moeilijk in een kwakkelende sportkledingsector en verliest het bedrijf 39 % van zijn marktkapitalisatie.
FTSE Russell, een dochteronderneming van de London Stock Exchange Group die verantwoordelijk is voor de indices, heeft mogelijke herzieningen in de FTSE 100 en FTSE 250 indices gesuggereerd. B&M European (-38 %), Frasers (-17 %) en Vistry (-24 %) zouden de FTSE 100 kunnen verlaten, waardoor er ruimte ontstaat voor Alliance Witan (+15 %), Games Workshop (+39 %) en St James's Place (+26 %). In de FTSE 250 zouden Ceres Power (-10 %), Close Brothers (-73 %), PZ Cussons (-47 %) en John Wood Group (-69 %) vervangen kunnen worden door Deliveroo (+15 %), Diversified Energy (+14 %), Mobico (-1,7 %) en Oxford Nanopore Technologies (-31 %).