Het advocatenkantoor JGA Saddler uit Brisbane diende deze week een collectieve rechtszaak in tegen Rio en BHP Group, waarin wordt beweerd dat seksuele intimidatie en discriminatie op Australische mijnlocaties wijdverspreid en systematisch zijn.
De advocaten beweren dat beide bedrijven vertrouwelijkheidsovereenkomsten hebben gebruikt om te voorkomen dat vrouwelijke werknemers over seksuele intimidatie op het werk zouden spreken.
BHP en Rio zeiden dat ze momenteel geen NDA's gebruiken bij beschuldigingen van seksuele intimidatie.
In een gesprek met Reuters beloofde Jakob Stausholm, de chief executive van Rio Tinto, te zullen reageren op misstanden.
"Als er iets gebeurt dat niet in orde is, dan is dat onaanvaardbaar. En we zullen er alles aan doen om dat te voorkomen," zei Stausholm donderdag in een interview.
"Ik was er kapot van toen ik het nieuws las," zei hij tegen Reuters.
BHP gaf woensdag een verklaring uit waarin het zich verontschuldigde bij iedereen die ooit te maken heeft gehad met enige vorm van intimidatie bij het bedrijf.
De rechtszaak werd aangespannen nadat Rio vorige maand een extern rapport had uitgebracht waaruit bleek dat er nog steeds gevallen van verkrachting en seksueel geweld voorkomen in de mijnen.
Het rapport was een update van de culturele beoordeling die begin 2022 werd uitgevoerd en waarin een cultuur van pesten, intimidatie en racisme in alle activiteiten werd beschreven.
Rio heeft een reeks veranderingen doorgevoerd om de omstandigheden van de arbeiders te verbeteren, maar heeft gezegd dat er nog meer werk aan de winkel is.