Het statistiekbureau van de Europese Unie, Eurostat, zei dinsdag dat de prijzen aan de fabriekspoorten in de 20 landen die de euro delen in oktober 0,2% hoger waren op maandbasis, maar 9,4% lager dan een jaar eerder.

De gemiddelde verwachtingen van economen waren respectievelijk een stijging van 0,2% en een daling van 9,5%.

De cijfers waren vergelijkbaar met een stijging van 0,5% op maandbasis in september en een daling van 12,4% op jaarbasis.

Vergeleken met september stegen de energieprijzen in oktober met 1,0% en de prijzen van duurzame consumptiegoederen met 0,1%. De prijzen van kapitaalgoederen, zoals machines en gereedschap, bleven ongewijzigd.

De prijzen van niet-duurzame consumptiegoederen daalden met 0,1% en die van intermediaire goederen, zoals staal, suiker of hout, met 0,3%.

Producentenprijzen zijn een vroege indicatie van de trends in de consumenteninflatie, die de Europese Centrale Bank wil terugbrengen naar haar streefcijfer van 2,0%. In november daalde de inflatie voor de derde maand op rij tot 2,4%.

Voor de Eurostat-uitgave, klik op: