De Europese Centrale Bank heeft de minimumkapitaalvereisten voor de Spaanse kredietverstrekkers BBVA , Caixabank, Sabadell en Bankinter verhoogd als onderdeel van een herzienings- en evaluatieproces voor toezichthouders (SREP).

Het proces biedt een algemene beoordeling van de uitdagingen waar belangrijke instellingen voor staan, samen met de bijbehorende solvabiliteitsvereisten en andere toezichtmaatregelen waaraan banken het komende jaar geacht worden te voldoen. Vrijdag zei Caixabank, de grootste kredietverstrekker van het land naar binnenlandse activa, dat de toezichthouder een minimumdrempel van 8,58% had vastgesteld voor haar strengste maatstaf voor solvabiliteit, of Common Equity Tier 1 (CET1), voor 2024, vergeleken met 8,44% die een jaar geleden door de ECB was vastgesteld.

BBVA's kapitaaldrempel werd ook verhoogd van 8,72% naar 9,09% voor volgend jaar.

De nieuwe vereiste gaat in op 1 januari 2024.

In het geval van Sabadell, de op drie na grootste bank van het land naar marktwaarde, werd de solvabiliteitsdrempel door de ECB verhoogd van 8,65% naar 8,93%, terwijl deze in het geval van Bankinter steeg van 7,726% naar 7,802%.

Voor Unicaja handhaafde de toezichthouder de solvabiliteitsdrempel voor 2024 echter ongewijzigd op 8,27% ten opzichte van 2023.

Het Spaanse Santander heeft zijn wettelijke vereisten nog niet bekendgemaakt. (Verslaggeving door Jesús Aguado; bewerking door Emma Pinedo en Sharon Singleton).