MH17 werd neergeschoten door een Russisch BUK-raketsysteem toen het op 17 juli 2014 van Amsterdam naar Kuala Lumpur over Oost-Oekraïne vloog, waarbij alle 298 passagiers en bemanningsleden omkwamen, waaronder 196 Nederlanders en 38 Australische burgers of inwoners.

"De illegale en immorele inval van Rusland in Oekraïne en zijn gebrek aan medewerking aan het onderzoek hebben de lopende onderzoeksinspanningen en het verzamelen van bewijsmateriaal op dit moment onmogelijk gemaakt," zei minister van Buitenlandse Zaken Penny Wong in een verklaring.

"De aankondiging van vandaag zal voor velen pijnlijk zijn," zei Wong, eraan toevoegend dat Australië zijn lopende zaak met Nederland zal voortzetten bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

Australië en Nederland hebben gezegd dat zij Rusland verantwoordelijk houden voor het neerhalen van MH17.

Internationale aanklagers hebben woensdag gezegd dat zij "sterke aanwijzingen" hebben gevonden dat de Russische president Vladimir Poetin het gebruik in Oekraïne heeft goedgekeurd van een Russisch raketsysteem dat MH17 heeft neergehaald.

Het bewijs voor de betrokkenheid van Poetin en andere Russische functionarissen was echter niet overtuigend genoeg om tot een strafrechtelijke veroordeling te leiden.

In november veroordeelde een Nederlandse rechtbank twee voormalige Russische agenten en een Oekraïense separatistenleider bij verstek voor moord wegens hun rol bij het neerhalen van MH17, en legde hen levenslange gevangenisstraffen op.