Energie: de stemming is bedrukt. De olieprijzen naderen opnieuw hun laagste niveau van het jaar, rond de 72 USD voor de Europese Brent en 66 USD voor de Amerikaanse WTI. De centrale bankiers herinneren de markt er unaniem aan dat de strijd tegen de inflatie nog lang niet voorbij is. Deze  "havikachtige" uitspraken drukken op de prijzen van risicovolle activa, waaronder olie. Financiële experts hadden weinig aandacht voor de verrassende daling van de Amerikaanse voorraden, die vorige week met 3,8 miljoen vaten krompen terwijl de consensus uitging van een kleine stijging van 0,3 miljoen vaten.

Metalen: de prijs van een ton koper is gestegen in Londen. Twee opwaartse factoren ondersteunden deze trend. Enerzijds de nieuwe signalen van Beijing, dat zijn economische machine wil herstarten met een verlaging van twee van zijn basisrentevoeten, en anderzijds dalende voorraden bij de LME. Door die combinatie noteert koper rond de 8.500 USD. Wat betreft goud, daar is het geen feest. Het edelmetaal verliest terrein en noteert nog tegen 1.925 USD, nog steeds getroffen door de stijgende Amerikaanse dollar.

Landbouwproducten: de graanprijzen zijn weer gespannen en zijn deze week in Chicago verder gestegen vanwege het bijzonder droge weer in de Verenigde Staten, wat de opbrengst van de gewassen dreigt te verminderen. De prijs van tarwe stijgt naar 760 cent per bushel, terwijl maïs op adem komt op en tegen 590 cent noteert.