Het Hongaarse parlement nam in december een wet aan die volgens de regerende rechtse Fidesz-partij ongepaste inmenging in de nationale politiek door buitenlandse personen of groepen zou voorkomen.
De nieuwe wet richtte een autoriteit op, het Bureau voor de Bescherming van de Soevereiniteit, om de risico's van politieke inmenging te onderzoeken en te controleren. De wet bestraft verboden buitenlandse financiering voor partijen of groepen die zich kandidaat stellen voor de verkiezingen met maximaal drie jaar gevangenisstraf.
Het panel van de Raad van Europa, bekend als de Commissie van Venetië, zei dat het Bureau Bescherming Soevereiniteit niet als onafhankelijk kan worden beschouwd en dat dit zou kunnen leiden tot willekeurige en politiek gemotiveerde toepassingen van de wet.
"Er is dus een groot risico dat de oprichting en activiteiten van het Bureau een chilling effect zullen hebben op het vrije en democratische debat in Hongarije," zei het in een verklaring.
Het Bureau zou "zich kunnen mengen in de privacy van natuurlijke of rechtspersonen en deze rechtspersonen aan de schandpaal kunnen nagelen zonder enige controle en zonder enig herzieningsmechanisme", aldus het panel.
De nieuwe wet komt op het moment dat de nationalistische premier Viktor Orban, die herhaaldelijk in aanvaring is gekomen met de Europese Unie over democratische rechten in Hongarije, de campagne van zijn Fidesz-partij opvoert in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni.
Vorige maand zei de Europese Commissie dat de nieuwe Hongaarse wetgeving in strijd was met de EU-wetten inzake democratie en gelijke rechten van EU-burgers, en dat ze een inbreukprocedure zou inleiden. Amerikaanse functionarissen hebben de wetgeving ook bekritiseerd.
Tamas Lanczi, het hoofd van de nieuwe autoriteit en een nauwe bondgenoot van Orban, deed zondag een oproep om de wetgeving inzake donaties aan NGO's aan te scherpen, wat een voorbode zou kunnen zijn van een verdere onderdrukking van niet-gouvernementele organisaties (NGO's) in Hongarije.
