Regeneron en Sanofi hebben aangekondigd dat gedetailleerde positieve resultaten van de fase 3-studie PRIME2, waarin de veiligheid en werkzaamheid van Dupixent® (dupilumab) worden geëvalueerd, op 26 maart 2022 zijn gepresenteerd in een late-breaking sessie op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Academy of Dermatology (AAD) 2022. De bedrijven kondigden eerder al topline resultaten aan van PRIME2 en een tweede studie genaamd PRIME waarin het gebruik van Dupixent bij volwassenen met ongecontroleerde prurigo nodularis wordt onderzocht. In beide proeven verminderde Dupixent de jeuk en de huidlaesies aanzienlijk in vergelijking met placebo. In totaal zullen op het congres 21 wetenschappelijke abstracts worden gepresenteerd waarin de veiligheid en werkzaamheid van Dupixent bij patiënten met atopische dermatitis in verschillende leeftijdsgroepen, alsmede bij onderzoeksindicaties – prurigo nodularis en chronische spontane urticaria – worden geëvalueerd. De gerandomiseerde, placebogecontroleerde PRIME2-studie voldeed aan de primaire en alle belangrijke secundaire eindpunten, met gegevens die op de AAD 2022 gepresenteerd worden, waaruit blijkt dat: 37% van de Dupixent-patiënten een klinisch betekenisvolle vermindering van de jeuk ondervond ten opzichte van de uitgangswaarde, vergeleken met 22% van de placebopatiënten (p=0,0216) op week 12, het primaire eindpunt. Bijna driemaal zoveel Dupixent-patiënten ervoeren een klinisch betekenisvolle vermindering van de jeuk ten opzichte van de uitgangswaarde in week 24: 58% van de Dupixent-patiënten tegenover 20% van de placebopatiënten (p < 0,0001). Bijna driemaal zoveel Dupixent-patiënten bereikten een heldere of bijna heldere huid op week 24: 45% van de Dupixent-patiënten vergeleken met 16% van de placebo-patiënten (p < 0,0001). De veiligheidsresultaten van de proef waren over het algemeen consistent met het bekende veiligheidsprofiel van Dupixent bij de goedgekeurde dermatologische indicaties. Voor de behandelingsperiode van 24 weken waren de totale percentages ongewenste voorvallen over het algemeen gelijk tussen de Dupixent- en de placebogroep (57% Dupixent, 51% placebo). Bijwerkingen die vaker (>5%) met Dupixent werden waargenomen, waren herpesvirusinfecties (7% Dupixent, 0% placebo). Een lager percentage huidinfecties werd waargenomen met Dupixent (5% Dupixent, 9% placebo). Bovendien stopten 3% van de Dupixent-patiënten en 30% van de placebopatiënten vóór week 24 met de behandeling. De resultaten van de bevestigende PRIME-studie zullen op een komend medisch congres worden gepresenteerd. De gegevens van beide proeven zullen de basis vormen voor regelgevingsaanvragen over de hele wereld voor Dupixent in prurigo nodularis, die gepland zijn om te beginnen in de eerste helft van 2022. Het potentiële gebruik van Dupixent bij prurigo nodularis is momenteel in klinische ontwikkeling, en de veiligheid en werkzaamheid zijn nog niet volledig geëvalueerd door een regelgevende instantie. Mensen met prurigo nodularis ervaren intense, aanhoudende jeuk, met dikke huidlaesies (nodules genaamd) die het grootste deel van het lichaam kunnen bedekken. Prurigo nodularis wordt vaak beschreven als pijnlijk met branderig, stekend en tintelend gevoel van de huid. De invloed van ongecontroleerde prurigo nodularis op de levenskwaliteit is een van de onder inflammatoire huidziekten, vanwege de extreme jeuk, en is vergelijkbaar met andere slopende chronische ziekten die een negatieve invloed kunnen hebben op de geestelijke gezondheid, de activiteiten van het dagelijks leven en de sociale interacties. Zeer krachtige topische steroïden worden vaak voorgeschreven, maar er zijn veiligheidsrisico's aan verbonden als ze langdurig gebruikt worden. Er zijn ongeveer 75.000 mensen in de V.S. die hun ziekte niet onder controle kunnen krijgen met systemische therapie en die het meest behoefte hebben aan een behandelingsmogelijkheid. PRIME2, dat deel uitmaakt van het klinische programma LIBERTY-PN PRIME, is een gerandomiseerde, fase 3, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie die de werkzaamheid en veiligheid van Dupixent evalueerde bij 160 volwassenen met prurigo nodularis die onvoldoende onder controle was met topische voorgeschreven therapieën of bij wie die therapieën niet aan te raden waren. Tijdens de behandelingsperiode van 24 weken kregen de patiënten om de twee weken Dupixent of placebo met of zonder topische behandelingen (lage- of middeldosis topische corticosteroïden of topische calcineurineremmers werden voortgezet als de patiënten deze behandelingen gebruikten bij de randomisatie). Het primaire eindpunt evalueerde het percentage patiënten met een klinisch betekenisvolle verbetering van de jeuk in week 12 (gemeten door een =4-punts vermindering van de Worst-Itch Numeric Rating Scale [WI-NRS] van 0-10). Belangrijke secundaire eindpunten waren het percentage patiënten met klinisch betekenisvolle verbetering van de jeuk in week 24 en het percentage patiënten met een heldere of bijna heldere huid in week 24 (gemeten door een score van 0 of 1 op de Investigator's Global Assessment PN-Stage [IGA PN-S] 0-4 schaal). Dupixent is een volledig humaan monoklonaal antilichaam dat de signalering van de interleukine-4 (IL-4) en interleukine-13 (IL-13) pathways remt en is geen immunosuppressivum. IL-4 en IL-13 zijn belangrijke en centrale aanjagers van de type 2 ontsteking die een belangrijke rol speelt bij atopische dermatitis, astma en chronische rhinosinusitis met nasale polyposis (CRSwNP). Dupixent is momenteel goedgekeurd in de VS, Europa, Japan en andere landen in de wereld voor gebruik bij specifieke patiënten met matige tot ernstige atopische dermatitis, alsook bij bepaalde patiënten met astma of CRSwNP in verschillende leeftijdspopulaties. Dupixent is ook goedgekeurd voor een of meer van deze indicaties in meer dan 60 landen over de hele wereld en er zijn wereldwijd meer dan 400.000 patiënten behandeld. Dupilumab wordt gezamenlijk ontwikkeld door Sanofi en Regeneron in het kader van een wereldwijde samenwerkingsovereenkomst. Tot op heden is dupilumab onderzocht in meer dan 60 klinische studies waarbij meer dan 10.000 patiënten betrokken waren met verschillende chronische ziekten die gedeeltelijk door ontsteking van type 2 worden veroorzaakt.