Aandeelhouders van Starbucks stemden vrijdag tijdens de jaarlijkse algemene vergadering voor de herverkiezing van alle 11 directeuren in het bestuur van het bedrijf en verwierpen ook maatregelen waarin de koffieketen werd gevraagd om details bekend te maken over het mensenrechtenbeleid en discriminatie van "niet-diverse" groepen.

In de aanloop naar de algemene vergadering van 2024 lanceerde een coalitie van vakbonden genaamd het Strategic Organizing Center (SOC) een gevecht in de bestuurskamer, waarbij kandidaten voor drie zetels werden genomineerd, in een poging om Starbucks tot een overeenkomst te laten komen met zijn barista's die bij een vakbond zijn aangesloten over loon, voordelen en de behandeling van werknemers.

In een verrassende zet, slechts enkele dagen voor de vergadering, trok het SOC echter zijn drie genomineerden voor het 11-koppige bestuur terug, na een gezamenlijke aankondiging van Starbucks en de barista's-vakbond dat de partijen waren overeengekomen om een "kader" op te stellen voor vakbondsvorming en collectieve onderhandelingen.

Een andere aandeelhouder van Starbucks, het National Legal and Policy Center (NLPC), heeft een voorstel ingediend waarin Starbucks wordt gevraagd om een rapport te publiceren over het mensenrechtenbeleid en hoe Starbucks dit naleeft in zijn bedrijf, met name gericht op de ambitieuze groeiplannen van het bedrijf in China.

De NLPC zette vraagtekens bij de strategie van Starbucks om zijn aanwezigheid in China te vergroten in het licht van de controverses over de mensenrechten in de regio. Het voorstel werd verworpen, maar kreeg 1,5% van de uitgebrachte stemmen.

Investeerders verwierpen ook een voorstel waarin de koffieketen werd gevraagd om details over discriminatie van "niet-diverse" mensen openbaar te maken, waarbij werd beweerd dat het diversiteits- en inclusiviteitsbeleid van Starbucks "mensen die bepaalde diverse kwaliteiten missen van zich vervreemdt".

Het voorstel was afkomstig van het National Center for Public Policy Research, een conservatieve investeerder in Starbucks, die het bedrijf eerder had aangeklaagd omdat het doelen had gesteld voor de aanwerving van gekleurde mensen en de beloning van leidinggevenden had gekoppeld aan diversiteit.

Een voorstel dat was vertegenwoordigd door de dierenrechtengroep PETA en waarin werd gevraagd om informatie over de prijsstelling van plantaardige melk door Starbucks, werd ook verworpen door de aandeelhouders.