(ABM FN-Dow Jones) De Amerikaanse aandelenmarkten zijn maandag met een klein verlies gesloten en zo is april begonnen met lichtrode cijfers. 

De breed samengestelde S&P 500 index daalde 0,2 procent naar 5.243,77 punten, de Dow Jones index eindigde 0,6 procent lager op 39.566,85 punten en de Nasdaq index sloot 0,1 procent in het groen op 16.396,83 punten.

De drie indexen wonnen in maart nog circa 2 tot 3 procent. In het eerste kwartaal won de Dow Jones index zelfs meer dan 5 procent, de Nasdaq ruim 8 procent en de S&P 500 bijna 10 procent. 

De verliezen maandagavond waren een reactie op de laatste inflatiecijfers en inkoopdata en vooral het optreden van voorzitter Jerome Powell van de Federal Reserve, die duidelijk nog geen haast heeft om de rente te verlagen.

De zogeheten PCE index voor de kerninflatie, een belangrijke indicator voor het monetaire beleid van de Federal Reserve, bedroeg in februari 2,8 procent op jaarbasis, tegen 2,9 procent in januari, zo bleek vrijdag, toen Wall Street gesloten was.

Aanvankelijk werd voor januari een inflatie van 2,8 procent gemeld, maar dit cijfer werd iets naar boven bijgesteld. Economen hadden op een kerninflatie van 2,8 procent gerekend voor februari.

De algemene prijsindex kwam uit op 2,5 procent. In januari was dit 2,4 procent. Economen rekenden ook op een stijging tot 2,5 procent. 

De inkomens van Amerikanen stegen met 0,3 procent in februari, na een toename van 1,0 procent in januari. De bestedingen stegen met 0,8 procent, na een plus van 0,2 procent in januari. 

Vrijdag kort voor de inflatiecijfers noteerde de euro/dollar op 1,0786. Maandagavond was dat 1,0740. 

Voorzitter Powell van de Fed zei vrijdag in San Francisco dat de inflatiecijfers niet verrasten. Hij herhaalde dat de Fed bij zijn data-gedreven aanpak blijft en dat gezien de economische veerkracht van de VS, de centrale bank zich niet hoeft te haasten om een cyclus van renteverlagingen te starten. De Fed kan volgens Powell wachten op meer bewijs dat de inflatie daalt naar het gewenste doel.

Maandag waren er inkoopmanagersindices en die bevestigden de goede conditie van de Amerikaanse economie.

De inkoopmanagersindex van S&P Global liet een kleine groeivertraging zien, met een indexdaling van 52,2 naar 51,9. Wel was dit de derde maand op rij dat de Amerikaanse industrie groeide.

"Opnieuw een bemoedigende verbetering van de bedrijfsomstandigheden", zei econoom Chris Williamson van S&P maandag in een toelichting, en wederom een signaal dat de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal in een solide tempo is gegroeid.

De inkoopmanagersindex van ISM, die vaak meer waarde wordt toegedicht, was zelfs een heel duidelijke meevaller.

Deze inkoopmanagersindex steeg van 47,8 in februari naar 50,3 in maart en wees daarmee weer op groei. De markt rekende op een indexstijging tot 48,1.

"Sterke economische data kunnen het lastig maken voor de Federal Reserve om de rente dit jaar drie keer te verlagen", aldus Brent Schutte van Northwestern Mutual Wealth Management. En als de Fed inderdaad langer wacht met het verlagen van de rente, dan neemt volgens Schutte de kans op een milde, korte recessie toe.

Aan het einde van de week staat het Amerikaanse banenrapport op het menu.

De Amerikaanse tienjaarsrente steeg vandaag met 13 basispunten naar 4,321 procent.

Olie werd tot bijna een procent duurder, nadat het Iraanse consulaat in Damascus zou zijn getroffen door een Israëlische raketaanval.

Verder viel het aandeel Micron Technology op. Na een koopadvies van Bank of America steeg het aandeel meer dan 5 procent. De analisten hebben vertrouwen in de vraag naar high-bandwidth memory, ofwel HBM. 

Een opvallende daler was beursnieuweling Trump Media & Technology Group. Maandag moest het aandeel 21 procent inleveren, nadat het mediabedrijf van voormalig president Donald Trump meldde dat het in 2023 een verlies leed van 58 miljoen dollar op een omzet van 4,1 miljoen dollar.

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer