Het pond steeg vrijdag met 0,15% tot $1,243. Het stond echter op een wekelijks verlies van 0,17%, na een daling van 1,45% in de voorgaande week.
De euro steeg met 0,08% ten opzichte van het pond op 86,87 pence.
De dollar is sinds medio april met ongeveer 2,5% gestegen omdat de economische cijfers sterk bleven, waardoor de kans groter werd dat de Federal Reserve volgende maand de rente weer zal verhogen.
In de afgelopen dagen heeft de bezorgdheid over de impasse rond het Amerikaanse schuldenplafond de dollar, die in tijden van stress als veilige haven wordt beschouwd, op een contra-intuïtieve manier gestimuleerd.
De dinsdag gepubliceerde gegevens verhoogden de neerwaartse druk op het Britse pond doordat ze het waarschijnlijker maakten dat de Bank of England de rente zal handhaven op het huidige niveau van 4,5%.
Daaruit bleek dat de Britse werkloosheid in de drie maanden tot maart is opgelopen tot 3,9% en dat het basisloon met 6,7% is gestegen, wat lager is dan de verwachtingen van economen in een peiling van Reuters.
"GBPUSD is opnieuw door het enorme $1,2448-niveau gebroken, in een beweging die werd geïnitieerd door slechter dan verwachte werkloosheidscijfers eerder in de week," zei Joe Tuckey, hoofd FX-analyse bij broker Argentex en voormalig trader.
"De langverwachte Britse inflatiecijfers van volgende week ... zullen het sterling-sentiment op korte termijn bepalen." De gegevens over de consumentenprijsinflatie worden gepubliceerd op 24 mei.
Toch blijft het pond ruim boven het laagste recordniveau van $1,0327 dat in september werd bereikt. Beter dan verwachte economische prestaties en een daling van de dollar door de afkoeling van de Amerikaanse inflatie hebben de Britse munt geholpen.
Sterling heeft de afgelopen weken beter standgehouden ten opzichte van de euro, die ook te lijden heeft gehad van de dollar. Ondanks de stijging van de euro op vrijdag was deze op weg om voor de vijfde week op rij te dalen ten opzichte van het pond.
