Het is altijd riskant als alle analisten dezelfde kant op kijken, maar het recente weer en de al hoge maïsopbrengst lijken deze denkwijze te bevestigen. Het is echter mogelijk dat lagere opbrengsten woensdag niet worden vermeld in het rapport van het Amerikaanse ministerie van Landbouw.
Alle 25 analisten gepolst door Reuters en Bloomberg geloven dat de maïsopbrengst van deze maand onder de USDA-trendlijn van 181,5 bushels per acre zal uitkomen. Twee groepen rekenden op 180 bpa, de hoogste schatting, hoewel het gemiddelde van de 25 analisten 176,4 bpa is.
De handel schat de opbrengst van sojabonen op 51,4 bpa, wat onder de USDA-trend van 52 bpa ligt. Acht van de 25 analisten verwachten dat de 52 bpa woensdag gehandhaafd blijft, hoewel de opbrengst van soja deze maand waarschijnlijk lager zal zijn dan die van maïs.
Afgezien van eventuele aanpassingen aan de opbrengst, zullen de oogstramingen van USDA voor juli ook rekening houden met de geïnventariseerde hectares van juni, die voor maïs ruim boven de verwachtingen uitkwamen, maar voor sojabonen ruim daaronder. Dat laat ruimte voor maïs opbrengstverliezen op de balans, maar houdt de bonenvoorraden hoe dan ook krap.
MODEL SPECS
De opbrengstmodellen voor maïs en soja van USDA, die voor het eerst werden gebruikt in 2013, leveren de officiële opbrengstschattingen tot augustus, wanneer de statistiekdienst van USDA (NASS) op enquêtes gebaseerde schattingen publiceert. De modellen baseren zich voornamelijk op het weer in juli en augustus, maar corrigeren ook voor extreem droge junis.
Het model stelt dat de droge juni-variabele wordt geactiveerd wanneer de neerslag in juni zich in de laagste 10% van de statistische normale verdeling sinds 1988 bevindt. Voor maïs worden de neerslaggegevens gewogen op basis van het geoogste areaal in een regio van acht staten, en voor sojabonen worden zeven staten in aanmerking genomen.
Zowel de maïs- als de sojaberekening laten zien dat juni 2023 de op twee na droogste was na 1988 en 2012, maar geen van beide neerslaghoeveelheden komt daadwerkelijk in aanmerking voor de laagste 10% staart, waarschijnlijk omdat 1988 zo extreem was. Dat kan tegen lagere opbrengsten op woensdag pleiten.
Een verlaging van de sojaopbrengst is aannemelijk omdat de neerslag in juni in de sojaregio precies op het randje van de kwalificatie zat, dus het zou kunnen neerkomen op afronding en de verlaging in gang zetten. Er kan echter een rechtvaardiging zijn voor lagere opbrengsten buiten de beperkingen van het model, mocht het USDA daarvoor kiezen.
Gegevens die dinsdag werden gepubliceerd, bevestigden dat juni 2023 de op vier na droogste juni sinds 1895 was in het Midwesten en de droogste sinds 1988. Het Midwesten is in dit geval een regio van negen staten rond Illinois en Indiana, anders dan de maïs- en sojagebieden van USDA.
Maar het eerste derde deel van juli was verstoken van hitte en kenmerkte zich in veel gebieden door natter weer, wat de gezondheid van de gewassen stabiliseerde of verbeterde.
Het is mogelijk dat USDA in juli 2019 buiten de grenzen van het model heeft geopereerd, toen de opbrengst van sojabonen met 1 bpa daalde door vertraagd planten. Hoewel het model voor maïs wel bestaat, vermeldt het sojamodel dat er geen variabele voor de plantvoortgang wordt gebruikt, dus USDA heeft misschien wat speelruimte om het weer van juni te beoordelen.
Denk hoe dan ook niet te veel na over de resultaten. Als er woensdag 181,5 wordt afgedrukt voor maïs, hoeft dat niet te betekenen dat USDA-ambtenaren geloven dat de opbrengst in 2023 181,5 bpa zal zijn, maar dat er onvoldoende bewijs was om dat getal deze maand volgens de bestaande methodologie aan te passen.
De augustusopbrengsten zullen veelzeggender zijn, omdat die gebaseerd zijn op enquêtes en rekening houden met het weer van de komende weken. De septemberopbrengsten voegen veldwaarnemingen toe aan de enquêtegegevens. Karen Braun is marktanalist voor Reuters. Karen Braun geeft haar eigen mening.
