De maandelijkse detailhandelsbalans van de Confederation of British Industry (CBI), een graadmeter voor de verkoop ten opzichte van een jaar geleden, daalde in januari naar -50, van -32 in december, de laagste stand sinds januari 2021, toen Groot-Brittannië in een COVID-19-slot zat.

De enquête wees op een al even sombere februari.

In de 40-jarige geschiedenis van de enquête is het saldo van de detailhandelsverkopen alleen tijdens de COVID-19 pandemie en de wereldwijde financiële crisis van 2008-09 zo laag als -50 gedaald.

Hoewel het rapport van donderdag het laatste teken is dat detailhandelaren nog steeds de druk voelen van de prijs- en rentestijgingen van de afgelopen twee jaar, geven andere enquêtes een gezonder beeld van de bredere bedrijfseconomie.

"Vooruitkijkend zullen de vraagomstandigheden in de (detailhandels)sector uitdagend blijven, omdat de hogere rentetarieven doorwerken in de hypotheekbetalingen en de inkomens van huishoudens," aldus Martin Sartorius, hoofdeconoom bij de CBI.

Het onderzoek had betrekking op 52 detailhandelaren tussen 21 december en 15 januari.

Uit officiële gegevens die vorige week werden gepubliceerd, bleek dat de Britse detailhandel in december de grootste omzetdaling in bijna drie jaar had, waardoor het risico toenam dat de economie eind vorig jaar in een recessie terechtkwam.