Het Lagerhuis van Duitsland heeft donderdag de grondwettelijke beperkingen op nieuwe leningen voor nog een jaar opgeschort en een aanvullende begroting goedgekeurd om investeringen te financieren die nodig zijn om de economie op koolstofneutraliteit te brengen.

De met schulden gefinancierde aanvullende begroting van 60 miljard euro (66,92 miljard dollar) werd met 382-283 stemmen goedgekeurd in de Bondsdag, waar de sociaal-democraten (SPD) van kanselier Olaf Scholz, de Groenen en de pro-zakelijke Vrije Democraten (FDP) een meerderheid hebben.

De conservatieve christen-democraten (CDU) en hun zusterpartij Christen-Sociale Unie (CSU) uit Beieren willen een verzoekschrift indienen bij het Constitutionele Hof om de begroting te vernietigen.

De 60 miljard euro die naar de investeringen van de regering in groene projecten en het geschikt maken van de economie voor het digitale tijdperk moeten gaan, komen uit ongebruikte schulden uit de begroting van vorig jaar.

De conservatieven zeggen dat de middelen bestemd waren om de economie te steunen tijdens de pandemie van het coronavirus en niet aan andere projecten mogen worden besteed.

De regeringscoalitie van Scholz heeft ermee ingestemd om in 2022 voor het derde jaar op rij gebruik te maken van een noodclausule in de grondwet om de schuldlimieten op te schorten en nieuwe leningen van 100 miljard euro mogelijk te maken.

Dit komt bovenop een ongekende netto nieuwe schuld van 130 miljard euro in 2020 en 240 miljard euro in 2021.

Vanaf 2023 wil de nieuwe regeringscoalitie terugkeren naar de schuldremregel van de grondwet, die nieuwe leningen beperkt tot een minieme fractie van de economische productie, een maatregel die wordt gesteund door minister van Financiën en FDP-leider Christian Lindner.

($1 = 0,8965 euro) (Verslaggeving door Holger Hansen; Schrijven door Joseph Nasr; Redactie door Jan Harvey)