De familie van Jalen Randle, 29, die op 27 april werd neergeschoten, roept de politie van Houston op om onmiddellijk bodycam-beelden van het incident vrij te geven.
"De resultaten van onze onafhankelijke autopsie bevestigen dat Jalen van achteren werd neergeschoten, terwijl hij wegrende voor de politie," zei Ben Crump, de advocaat van de familie en een prominent burgerrechtenpersoon in de V.S., op een persconferentie.
De schietpartij was de laatste in een reeks politiemoorden op zwarte mannen die volgens critici ongerechtvaardigd zijn, en het komt bijna twee jaar nadat de politiemoord op George Floyd in Minneapolis wereldwijde protesten ontketende tegen politiegeweld en vooringenomenheid in het Amerikaanse strafrechtsysteem.
De politie van Houston zei in een persbericht van 29 april dat agenten van hun narcoticadivisie op zoek waren naar Randle, die gezocht werd op grond van drie aanhoudingsbevelen voor misdrijven. Agenten zagen hem in een auto stappen en zij begonnen een verkeerscontrole. De bestuurder reed weg met Randle nog in de auto. Agenten zeiden dat Randle een tas in zijn bezit had waarin een pistool zat.
De politie zei dat de beelden van de body camera van de schietpartij binnen 30 dagen na het incident zullen worden vrijgegeven, zoals hun nieuwe beleid is. De politie wees er ook op dat er drie afzonderlijke onderzoeken naar de schietpartij lopen, waaronder één dat wordt uitgevoerd door het bureau van de officier van justitie van Harris County.
