De kernconsumentenprijzen in de Japanse hoofdstad zijn in februari met 2,5% gestegen ten opzichte van een jaar eerder, zo bleek dinsdag uit gegevens. De inflatie is daarmee ten opzichte van de voorgaande maand versneld, een teken dat de voorwaarden voor het beëindigen van de negatieve rentetarieven geleidelijk op hun plaats vallen.

De gegevens zullen deel uitmaken van de factoren die de Bank of Japan (BOJ) voor haar beleidsbepalende vergadering op 18 en 19 maart onder de loep zal nemen om te beslissen of ze haar massale stimuleringsprogramma al dan niet afbouwt.

De stijging van de kernindex van de consumentenprijzen (CPI) in Tokio, een voorlopende indicator van de landelijke cijfers die het effect van de volatiele prijzen van verse voedingsmiddelen wegstreept, kwam overeen met een marktmediaanverwachting en volgde op een stijging van 1,8% in januari.

Een aparte index, die het effect van zowel verse voedingsmiddelen als brandstofkosten uitsluit, steeg in februari met 3,1% ten opzichte van een jaar eerder, na een stijging van 3,3% in januari, zo bleek uit overheidsgegevens.

Japan kwam eind vorig jaar onverwacht in een recessie terecht, waarbij de economie in oktober-december op jaarbasis met 0,4% kromp door zwakke bedrijfs- en gezinsbestedingen.

Maar nu de inflatie al meer dan een jaar boven de 2% ligt en de vooruitzichten op forse loonsverhogingen toenemen, verwachten veel marktspelers dat de BOJ haar negatieve rentebeleid in april zal beëindigen.

De gouverneur van de BOJ, Kazuo Ueda, zei vorige week dat het nog te vroeg was om te concluderen dat de inflatie dicht bij het duurzame doel van 2% van de centrale bank was. Maar hij zei dat de economie zich matig herstelde en veelbelovende tekenen liet zien wat betreft de loonvooruitzichten.

In een poging om de groei weer aan te zwengelen en de inflatie stabiel te houden op het streefcijfer van 2%, richt de BOJ de kortetermijnrente momenteel op -0,1% en het rendement op 10-jarige staatsobligaties op ongeveer 0%. (Verslaggeving door Takahiko Wada en Leika Kihara. Redactie door Sam Holmes)