"Vandaag bied ik mijn excuses aan", zei Rutte tijdens een nationaal uitgezonden toespraak in het Nationaal Archief.

"Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt en gestimuleerd en hebben zij ervan geprofiteerd.

"Het is waar dat niemand die vandaag de dag nog leeft persoonlijk schuldig is aan slavernij...(maar) de Nederlandse staat draagt verantwoordelijkheid voor het immense leed dat degenen die tot slaaf gemaakt zijn en hun nakomelingen is aangedaan."

De verontschuldiging komt in een bredere heroverweging van het koloniale verleden van het land, waaronder pogingen om geroofde kunst terug te geven, en de huidige strijd met racisme.

Het vooruitzicht van een verontschuldiging op een decembermiddag in Den Haag stuitte op weerstand van groepen die zeggen dat deze op 1 juli 2023 - de 160e verjaardag van de Nederlandse afschaffing - van Koning Willem-Alexander, in de voormalige kolonie Suriname, had moeten komen.

"It takes two to tango - excuses moeten worden ontvangen," zei Roy Kaikusi Groenberg van de Stichting Eer en Herstel, een Nederlands Afro-Surinaamse organisatie.

Hij zei dat het verkeerd voelde dat activisten die afstammen van slaven jarenlang hebben gestreden om de nationale discussie te veranderen, maar niet voldoende waren geraadpleegd.

"De manier waarop de regering hiermee omgaat, komt over als een neokoloniale oprisping," zei hij.

Rutte erkende een onhandige afhandeling van de aanloop naar de aankondiging en zei dat de Nederlandse regering vertegenwoordigers naar Suriname stuurt, evenals naar Caribische eilanden die met verschillende mate van autonomie deel blijven uitmaken van het koninkrijk der Nederlanden: Curaçao, Sint Maarten, Aruba, Bonaire, Saba en Sint Eustatius.