De Nederlandse regering heeft maandag gezegd dat ze de "waakvlam" - wat minimale productie betekent - aan zal zetten bij twee stations in het Groningen-gasveld vanwege de dreigende koude temperaturen in Nederland.

De regering zei in juni dat ze de productie in Groningen in oktober vorig jaar zou beëindigen, nadat ze de productie in de loop der jaren geleidelijk had afgebouwd na aardbevingen die het had veroorzaakt.

In een brief aan het parlement zei de regering echter gebruik te maken van een openstaande optie om de minimale productie te hervatten - wat zij een "waakvlam" noemt - in het geval van een diepe koudegolf.

Hoewel de verwachte temperaturen niet koud genoeg zijn om de daadwerkelijke productie op gang te brengen, is de stap een voorbereidende stap die nodig is om de productie te hervatten in geval van een noodsituatie.

Volgens voorspellingen van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut zullen de temperaturen op 9 januari dalen tot onder de -6,5 Celsius.

Volgens de huidige voorspellingen zal de "waakvlam"-maatregel niet worden opgevoerd en over ongeveer twee weken worden teruggedraaid, aldus het Ministerie van Economische Zaken.

De Nederlandse gasopslag, die groot is in verhouding tot de grootte van het land en commerciële faciliteiten omvat die door omringende landen kunnen worden aangesproken, is momenteel voor ongeveer 80% gevuld.

Dat is iets minder dan het Europese gemiddelde, maar meer dan gebruikelijk voor deze tijd van het jaar.