Israël heeft zes Palestijnse maatschappelijke groeperingen als terroristische organisaties aangewezen en beschuldigd van het doorsluizen van donorhulp naar militanten, een maatregel die kritiek heeft uitgelokt van de Verenigde Naties en van mensenrechtenwaakhonden.
Tot de groepen behoren de Palestijnse mensenrechtenorganisaties Addameer en Al-Haq, die vermeende schendingen van de rechten door zowel Israël als de door het Westen gesteunde Palestijnse Autoriteit op de bezette Westelijke Jordaanoever documenteren en die de beschuldigingen verwerpen.
De ministeries van Buitenlandse Zaken van België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Spanje en Zweden zeiden dat zij geen "substantiële informatie" van Israël hadden ontvangen die een herziening van hun beleid zou rechtvaardigen.
"Mochten er bewijzen van het tegendeel beschikbaar worden gesteld, dan zouden wij dienovereenkomstig handelen," zeiden zij. "Bij gebrek aan dergelijke bewijzen zullen wij onze samenwerking en krachtige steun aan het maatschappelijk middenveld in de oPT (bezette Palestijnse gebieden) voortzetten.
"Een vrij en sterk maatschappelijk middenveld is onontbeerlijk voor de bevordering van democratische waarden en voor de tweestatenoplossing."
Israël veroverde de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem in de Midden-Oostenoorlog van 1967. De Palestijnen zoeken de gebieden voor een toekomstige staat.
