De ontwikkeling is een belangrijk teken dat het Oost-Afrikaanse land een zekere mate van succes boekt bij de bestrijding van de laatste uitbraak van de dodelijke hemorragische koortsziekte, meer dan twee maanden nadat deze was uitgebroken.
Het district Mubende in Centraal-Oeganda was de plaats waar de uitbraak oorspronkelijk op 20 september werd vastgesteld. Het district en een ander district, Kassanda, worden beschouwd als de epicentra voor de verspreiding van de ziekte. Bewegingen in en uit deze districten zijn beperkt.
"We zien een dalende trend in het aantal gevallen," zei minister van Volksgezondheid Jane Ruth Aceng woensdag laat op de lokale nieuwsdienst NTV, verwijzend naar de afwezigheid van nieuwe gevallen in de twee districten gedurende vele dagen.
"We zien ook geen nieuwe gevallen in Kampala, in het grootstedelijk gebied Kampala, en ook niet in Masaka en Jinja," zei ze.
Emmanuel Ainebyoona, woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid, vertelde Reuters donderdag dat Mubende al minstens 16 dagen geen nieuw geval meer had en dat Kampala, de hoofdstad, al minstens twee weken geen nieuwe besmettingen had geregistreerd.
Het virus dat in Oeganda circuleert is de Soedanese stam van ebola, waarvoor geen bewezen vaccin bestaat, in tegenstelling tot de meer algemene Zaïre-stam, die zich tijdens recente uitbraken in de naburige Democratische Republiek Congo heeft verspreid.
Maar er zijn drie kandidaat-vaccins tegen de Soedan-stam gepland voor een klinische proef in Oeganda.
Volgens het ministerie heeft het land tot nu toe 141 gevallen en 55 doden geregistreerd.
