Op weekbasis noteerden de benchmarkcontracten hun langste reeks winsten sinds oktober.
De Brent futures stegen 69 cent en noteerden $90,03 per vat, nadat ze $91,70 hadden bereikt, het hoogste niveau sinds oktober 2014.
De Amerikaanse ruwe olie sloot 21 cent hoger op $86,82 per vat, na tijdens de sessie een zevenjarig hoogtepunt van $88,84 te hebben bereikt.
Krappe olievoorraden duwden de zesmaandelijkse marktstructuur voor Brent in een steile backwardation van $6,92 per vat, de breedste sinds 2013. Backwardation bestaat wanneer contracten voor levering van olie op korte termijn hoger geprijsd zijn dan die voor latere maanden, wat handelaars aanmoedigt om olie uit de opslag te halen om ze onmiddellijk te verkopen.
De grote producenten van de Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) en de bondgenoten onder leiding van Rusland, die gezamenlijk OPEC+ worden genoemd, hebben moeite om hun productieniveaus te verhogen. De markt reageerde ook op aanvallen op de Verenigde Arabische Emiraten door de Houthi-groepering van Jemen.
De prijzen kregen steun van de bezorgdheid over een mogelijk militair conflict in Oekraïne, dat de energiemarkten zou kunnen verstoren, vooral de aardgasvoorziening aan Europa.
"Tot nu toe zijn er geen onderbrekingen in de bevoorrading in Oost-Europa geweest, dus denk dat de risicopremie in verband met die spanningen niet zo hoog is," zei UBS analist Giovanni Staunovo. Hij voegde eraan toe: "Sommige beleggers geven er nog steeds de voorkeur aan hun blootstelling aan te houden."
De Amerikaanse crude futures werden eerder in de sessie kort negatief.
Matt Smith, directeur van grondstoffenonderzoek bij ClipperData, zei dat relatief zachtere Amerikaanse retoriek over Rusland geleid kan hebben tot "wat lucht die uit de banden van deze rally van ruwe olie wordt gelaten."
"Maar het grotere plaatje hier is dat met alle geopolitieke onzekerheid en de bezorgdheid over de aanbodzijde, de prijzen zich gewoon blijven laten meeslepen," zei hij.
Op haar vergadering van 2 februari zal de OPEC+ waarschijnlijk vasthouden aan een geplande verhoging van haar olieproduktiedoelstelling voor maart, vertelden verschillende OPEC+ bronnen aan Reuters.
"Dit komt omdat sommige belangrijke producenten in de OPEC+ groep, waaronder Rusland, moeite blijven hebben om hun productiequota te halen," zei Marshall Steeves, analist energiemarkten bij IHS Markit.
De Amerikaanse productie heeft zich een weg naar boven geworsteld, ook al is het aantal booreilanden gestegen, aldus Steeves, die eraan toevoegde dat de productie dit jaar hoger zou kunnen zijn.
Aan de vraagzijde zou de invoer van ruwe olie in China, 's werelds grootste importeur van de grondstof, dit jaar met wel 7% kunnen toenemen, aldus analisten en functionarissen van oliemaatschappijen. (Verslaggeving door Rowena Edwards, Swati Verma en Brijesh Patel, aanvullende rapportage door Arpan Varghese; Redactie door David Goodman, Louise Heavens, Mark Porter en David Gregorio)
